Rekentaal

1 / 52
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOISKStudiejaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Goedemiddag

Mijn naam is: Marion Boomgaarden

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Rekenen 
Rekentaal & sommen

Na deze les weten jullie dat er verschillende woorden en termen worden gebruikt als rekentaal.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weten jullie al van rekentaal?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Hoe heet dit?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Plus

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel andere woorden ken jij voor plus +

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Andere woorden voor plus, had je deze ook? 
  • erbij 
  • samen
  • meer
  • optellen
  • bij elkaar 
  • vermeerderen
  • Stijgen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bedenk zelf een plussom en reken hem uit.
Kies jij een makkelijke of moeilijke plussom?
timer
1:00

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Ik heb 36 taartjes. Jij hebt er 12. Hoeveel is dat samen?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Min
-

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Mevrouw Boom heeft 6 boeken. Mevrouw Vogel heeft er 22. Hoeveel boeken zijn dat bij elkaar?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel andere woorden ken jij voor min -

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Andere woorden voor min, had je deze?
  • eraf
  • minder
  • wegnemen
  • van elkaar af
  • verminderen
  • dalen


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bedenk zelf een minsom en reken hem uit.
Kies jij een makkelijke of moeilijke minsom?
timer
1:00

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Judith heeft 90 spelletjes. Barbie heeft er 25. Hoeveel zijn dat er minder?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Keer
X

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel andere woorden ken jij voor X?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Andere woorden voor keer X, had je deze?
  • keer
  • dubbel
  • vermenigvuldig
  • veelvoud
  • verdubbeling
  • maal


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Bedenk zelf een keersom en reken hem uit.
Maak je een moeilijke of makkelijke keersom?
timer
1:00

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel keer 3 maakt 9 blikjes?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Delen
:

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel andere woorden ken jij voor delen :

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Andere woorden voor delen, had je deze?
  • gedeeld
  • deling
  • ieder
  • verdeeld
  • groepjes
  • breuk
  • uitdelen


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Bedenk zelf een deelsom en reken hem uit.
Maak je een moeilijke of makkelijke deelsom?
timer
1:00

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Je hebt 9 blikjes en moet dat verdelen over 3 mensen, hoeveel krijgt ieder?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Meer +

Minder -

Evenveel =

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

we gaan verder lopen in de dierentuin. we komen de apen en de zebra's tegen. 
He, er zijn weinig apen en veel zebra's. 
Er zijn meer zebra's dan apen! zie je dat ook? er zijn meer zebr'a dan apen. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Groter dan     >
Kleiner dan   <
Is gelijk aan   =

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Nu gaat de wedstrijd echt beginnen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

568+12=
A
580
B
556
C
590
D
578

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

316-12=
A
300
B
328
C
314
D
304

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

5x2=
A
7
B
3
C
10
D
25

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

10:2=
A
12
B
5
C
8
D
20

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

van groot naar klein
264
4813
8316
4248

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

van klein naar groot
2.265
622
8.852
6.512

Slide 40 - Drag question

This item has no instructions

9 is minder dan 5
A
waar
B
niet waar
C
<
D
>

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

85 is .... dan 19
A
meer
B
minder
C
<
D
>

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

100 is evenveel als 100
A
waar
B
niet waar
C
=
D
>

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

6782=6872
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

300 is meer dan 600
A
waar
B
niet waar
C
<
D
>

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

15<28
A
Waar
B
Niet waar
C
Groter dan
D
Kleiner dan

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

200>100
A
Waar
B
Niet waar
C
Kleiner dan
D
Groter dan

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

560>5600
A
Waar
B
Niet waar
C
Gelijk aan
D
Groter dan

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

20 is .... dan 30
A
meer
B
minder
C
<
D
>

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

5278=5278
A
Waar
B
Niet waar
C
<
D
>

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Prijzen

1e plaats = 3 keer kiezen
2e plaats = 2 keer kiezen
3e plaats = 1 keer kiezen

Wie gaat voor de poedelprijs?

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 52 - Poll

This item has no instructions