uitleg interviewverslag

Welkom bij Nederlands
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Een interview

Slide 2 - Slide

Interview
  • Een interview is een vraaggesprek tussen een vragensteller (de interviewer) en iemand die de vragen beantwoordt (de geïnterviewde).

  • Een interviewer kan op verschillende manieren iets te weten komen.

Slide 3 - Slide

Soort vragen 
  • Open vragen  (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe)
  • Gesloten vragen
* Doorvragen

Luister actief!  Kijk de ander aan. Gebruik lichaamstaal. Nodig uit om te praten. Vraag door. 

Slide 4 - Slide

open vragen
 Bij open vragen heeft de geïnterviewde ruimte om te antwoorden.
Bijvoorbeeld:
Wat vindt u van…?
Waarom …?
Hoe komt het dat…?
Wat kunt u vertellen over…?

Met een open vraag geef je je gesprekspartner de ruimte om te vertellen wat hij belangrijk vindt.

Voordeel: je duwt de geïnterviewde niet een bepaalde kant op.
 Nadeel:   de geïnterviewde kan te veel kanten opgaan.


Slide 5 - Slide

gesloten vragen
Met een gesloten vraag kun je specifieke informatie van je gesprekspartner verkrijgen en je kunt nagaan of je de ander goed begrepen hebt. Een gesloten vraag levert een antwoord op als 'ja', 'nee' of een ander kort antwoord, zoals 'leuk' of 'goed'.

Bijvoorbeeld
Is uw werk belangrijk voor u? – Ja.
Gaan studenten in de toekomst online college volgen? – Misschien.

Voordeel:    je kunt iemand tot een simpel antwoord dwingen.
Nadeel:       de sturing kan vervelend zijn en iemand kan heel korte antwoorden geven, waardoor je weinig informatie krijgt.

Slide 6 - Slide

 doorvragen
Soms geeft iemand enkel korte antwoorden, waardoor je niet genoeg informatie krijgt.
Vraag dan tijdens het interview goed door
Dat doe je, omdat je meer over het onderwerp wil weten of omdat je nog niet tevreden bent met het antwoord.
voorbeeld
'Vertel daar eens iets meer over: 'Waarom denk je dat?'     'Vind je het lastig daarover te praten? Waarom?'      'Dat zeg je nou wel, maar ...'

Slide 7 - Slide

Een interview voorbereiden
  • Je moet interviews heel goed voorbereiden
  • Je moet bedenken wat je te weten wilt komen
  • Je vraag naar feiten en naar meningen
  • Gebruik vooral open vragen  
  • Denk alvast na over mogelijke vervolgvragen

Slide 8 - Slide

Een interview houden
  • Stel je voor en leg uit waarom je het interview houdt. Vertel ook wat je met de informatie gaat doen
  • Maak aantekeningen of neem het interview op
  • Stel de vragen van je lijstje en vraag door
  • Laat de geïnterviewde rustig nadenken en uitpraten
  • Luister en kijk goed naar de geïnterviewde, noteer wat je ziet
  • Bedank de geïnterviewde voor zijn medewerking

Slide 9 - Slide

Voorbeeld van uitwerking van een interview

Slide 10 - Slide

Deze week (1 les)
  • Thuis het verslag van het interview uitwerken (inleveren 25 maart)
  • Zoek informatie over de opleiding van het beroep
  • Maak de PowerPoint die je gebruikt bij de presentatie
  • Spreek af wie wat vertelt
  • Oefen de presentatie (tijd)
Vanaf dinsdag 26 maart worden de presentaties gehouden 

Slide 11 - Slide

Leertekst: Afwisselen in woordkeus
Een tekst leest prettiger als je niet te vaak dezelfde woorden schrijft. Gebruik bijvoorbeeld:
• een synoniem: opa – grootvader;
• een verwijswoord: opa – hij;

Zie verder de tips/theorie op  blz. 98 !


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide