Er is sprake van evenwicht op de goederenmarkt als de bestedingen gelijk zijn aan het inkomen, dus Y = EV.
De economie komt altijd
terug in het evenwicht (Y*).
Y= C + I + O
Slide 8 - Slide
Evenwicht op de vermogensmarkt
Bij evenwicht op de goederenmarkt is er ook evenwicht op de vermogensmarkt.
Het spaargeld (S) van de gezinnen, wordt gebruikt door de financiële instellingen om uit te lenen aan de bedrijven (voor I) en de overheid (voor overheidstekort).
S = I + (O-B)
kan herschreven worden als: (S-I) = (O - B)
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Multiplier
Als autonome bestedingen of de belastingen stijgen of dalen, heeft dit gevolgen voor de bestedingen (EV) en dus voor het evenwicht op de goederenmarkt.
Het effect op het inkomen (Y*) is echter groter dan de oorspronkelijke stijging of daling van C0, I0, O0 of B.
Dit komt door de multiplier:
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Van Keynesiaanse kruis naar IS-curve
Het Keynesiaanse kruis veronderstelt dat de rente constant is. Echter, particuliere consumptie en particuliere investeringen zijn afhankelijke van de (reële) rente. Een hogere reële rente leidt tot lagere particuliere consumptie en lagere particuliere investeringen:
Particuliere consumptie: als de rente daalt wordt er meer geleend en minder gespaard. De consumptie neemt toe.
Particuliere investeringen: als de rente daalt zijn investeringen (met geleend geld) sneller rendabel. De investeringen nemen toe.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Veranderingen IS-MB blok
Autonome bestedingen: een verandering van de autonome particuliere consumptie (C₀) of autonome particuliere investeringen (I₀).
Begrotingsbeleid: een verhoging of verlaging van de overheidsbestedingen (O₀) of belastingen (B₀ of b).
Monetair beleid: een verhoging of verlaging van de rente door de centrale bank.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
GA-LT
Op de lange termijn leiden hogere inflatieverwachtingen tot het opnieuw onderhandelen van contracten en CAO’s waardoor de GA-curve naar links / omhoog verschuift. Het aanbod neemt langzaam weer af bij ieder inflatieniveau.