5.7 grammatica pers. en bez. voornaamwoord

Grammatica 5.7
Welkom in deze digitale les
Fijn dat je er bent!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica 5.7
Welkom in deze digitale les
Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Slide

In deze les leg ik uit
Waar je het document kunt vinden met de opdrachten.
Hoe je de opdrachten gaat maken.
Wanneer je het af moet hebben.

de theorie die je daarvoor nodig hebt

Slide 2 - Slide

Hoe maak ik de opdrachten?
Vanaf nu maak je de opdrachten niet (meer) in je schrift of werkboek, maar ga je digitaal, (dus op je I-Pad, of laptop of computer)de opdrachten maken. 

Geef zo duidelijk en uitgebreid mogelijk antwoord.

In studiewijzer zit je doelenkaart voor 5.5/5.7 en 5.8, gebruik deze goed, zo weet je wat je nog lastig vindt en kun je mij ook de goede vragen stellen.
Er is een vast moment om vragen te stellen via een livestream en je mag mij mailen.

Slide 3 - Slide

Waar vind ik de lessen van deze week?
  • In magister in je weekrooster, bij de eerste les Nederlands van de week.
  • En in magister in het kopje studiewijzers ( daar staat een document met de weektaak/doelenkaart zoals ook in je magister rooster staat)
  • Je doelenkaart zet ik dus ook in studiewijzer

Slide 4 - Slide

Wanneer heb ik de opdrachten af?
Aan het eind van de week, dus uiterlijk op vrijdag 15 mei heb je de opdrachten af. Maak dus een goede planning voor de hele week.

Ik kan dat ook digitaal zien, je hoeft deze week niets toe te sturen van het huiswerk

Slide 5 - Slide

Uitleg van de theorie 5.7
Lees goed de doelen in deze les en op je doelenkaart.

Je kunt de theorie ook vinden in je lesboek en op je I-Pad bij 5.7 grammatica

Slide 6 - Slide

Doelen 5.7

  • Ik leer het woordsoort  persoonlijk voornaamwoord       benoemen.
  • Ik leer het woordsoort bezittelijk voornaamwoord   benoemen.

Slide 7 - Slide

persoonlijk voornaamwoord
  • Een persoonlijk voornaamwoord (psv) verwijst meestal naar   één of meer personen of dingen. 
  • Het staat ook vaak in de plaats van een zelfstandig   naamwoord.
voorbeeld:
Mo kan geweldig gamen. Hij heeft al veel games uitgespeeld. Ze zijn voor hem geen uitdaging meer.

Slide 8 - Slide

uitlegvideo
hierna volgt een uitlegvideo over het persoonlijk voornaamwoord
in je I-Pad staat bij 5.7 ook nog een extra uitlegvideo, gebruik deze als je het nog lastig vindt

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

onderwerpszin of voorwerpszin
een persoonlijkvoornaamwoord kan voorkomen in de onderwerpszin
en in de voorwerpszin

Of een persoonlijk voornaamwoord een onderwerpsvorm of voorwerpsvorm heeft, hangt af van de zin.

Slide 11 - Slide

voorbeeld
Ik vertel jou over hen.

onderwerp = ik
voorwerp = jou, hen

Slide 12 - Slide

de verdeling van het persoonlijk voornaamwoord
onderwerpsvorm                                                             voorwerpsvorm
 ik mij,                                                                                        me
 ik, je / u                                                                                     jou, je / u
 hij / zij, ze / het                                                                    hem / haar / het 
wij, we                                                                                      ons
 jullie / u                                                                                   jullie / u
zij, ze                                                                                         jullie / u 

Slide 13 - Slide

bezittelijk voornaamwoord(bzv)
  • geeft aan van wie iets is.
  • Het staat altijd voor een zelfstandig naamwoord
                                        voorbeeld:
                  Mijn moeder heeft jouw boertje geholpen met zijn huiswerk

Tussen het bezittelijk voornaamwoord en het zelfstandig naamwoord kunnen ook andere woorden staan.
                              voorbeeld:
Mijn aardige moeder heeft jouw vervelende broertje aangekleed voor zijn eerste feestje.

Slide 14 - Slide

uitlegvideo


hierna volgt een uitlegvideo over het bezittelijk voornaamwoord
In je I-pad staat ook nog een extra uitlegvideo voor als je het lastig vindt

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

lijstje van bezittelijk voornaamwoorden
bezittelijk voornaamwoord:
mijn
jouw, je / uw
zijn / haar 
ons, onze
jullie, je / uw
hun

Slide 17 - Slide

nog even alles bij elkaar

bekijk de volgende pagina voor het hele overzicht

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Ga nu oefenen
De opdrachten van 5.7 grammatica die je deze week gaat oefenen zijn:
5.7: 1,2,3,4,5,7,9,10,12,14,15,17, test jezelf 5.7, toetsjes lesson up: pers voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord en 1 uur lezen voor je boekopdracht. 
gebruik je doelenkaart!

Slide 20 - Slide

vragen?
Je kunt in de onlinesessie vragen stellen
Je mag altijd vragen stellen via de mail

Succes, je kunt het!

Slide 21 - Slide