Spelling-zindictee

Spelling



Meerdere categorieën
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 7

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling



Meerdere categorieën

Slide 1 - Slide

Doel: 
    Wij gaan letten op meerdere     
    spellingcategorieën in een zin.
 
  • Wat weet je al?
  • Wat ga je leren?
  • Wat ga je doen?

Slide 2 - Slide

Wat weet je al?
  •  Spellingregels


Slide 3 - Slide

Klankgroepwoord: 
  • korte klank - 2 medeklinkers (bommen)
  • lange klank - 1 op de gang (bomen)
  • i als ie - kilo liter

Verkleinwoord:
  • -etje - uitspraak +spellingregel! (gummetje)
  • -inkje - woord met -ing wordt -inkje (koning-koninkje)
  • -ootje - woorden eindigen op a, u, o worden verdubbeld (autootje, omaatje, parapluutje)

Slide 4 - Slide

Achtervoegsel: 
  • -ig/-lijk: eerlijk en heftig
  • -heid/-teit: schoonheid en majesteit
  • -isch: tropisch
  • -ge: bagage

Specifieke klanken:
  • c en y - leenwoorden, Engelse spelling! centrum, cactus, baby
  • th- klinkt als T - bibliotheek

    Slide 5 - Slide

    Langermaakwoorden: 
    • p/b - webben dus web

    Apostrof s woord:
    • meervoud: menu's, oma's, ski's, foto's (dictees)
    • bezit: Anna's, Otto's, Gru's, Nicky's, Jimi's (Marthes)
    • afkorting: 's morgens, 's winters

      Slide 6 - Slide

      Wat ga je leren?
      •  De spellingregels toepassen in zinnen.

      Slide 7 - Slide

      klankgroepwoorden:
      De ... organiseren een klassenfeest voor het behalen van de leeskilometers.
      A
      leraressen
      B
      leraresen

      Slide 8 - Quiz

      verkleinwoorden:
      Mama pakt een ... om het ... van ... te maken.
      A
      tangetje, kettinkje, opaatje
      B
      tangetje, ketinkje, opatje.

      Slide 9 - Quiz

      Achtervoegsels:
      Op het ... eiland was het ... mooi en ... weer.
      A
      fantastiese, prachtig, heerlijk
      B
      fantastische, prachtig, heerlijk

      Slide 10 - Quiz

      specifieke klanken:
      In het ... was een ... die ... heette.

      A
      circus, yapok, Thijmen
      B
      circus, japok, Tijmen

      Slide 11 - Quiz

      Langermaakwoorden:
      Tijdens een wandeling met de wandel... was er een groot ... op het pad.
      A
      club, opstakel
      B
      club, obstakel

      Slide 12 - Quiz

      apostrof s:
      Het was ... beurt om ... de ... op te hangen.
      A
      Mandys, zaterdags, foto's
      B
      Mandy's, 's zaterdags, foto's

      Slide 13 - Quiz

      Wat ga je doen?
      •  Een zinnendictee maken met meerdere spellingcategorieën

      Slide 14 - Slide

      Na het ... gaf ik opa een ... groot geschenk.

      Slide 15 - Open question

      ... leest in de krant een ... over de ...

      Slide 16 - Open question

      Met de ... bestudeerde ik een ...

      Slide 17 - Open question

      De ... speelde in zijn ... in de kamer.

      Slide 18 - Open question

      De ... vraagt om het ... treinkaartje van de ...

      Slide 19 - Open question

      Mijn ... loopt voor de vierde keer een ...

      Slide 20 - Open question

      In het museum hangt een ... schilderij van een ...

      Slide 21 - Open question

      Het ... van ... is volgens de dokter een ... wonder.

      Slide 22 - Open question

      Schrijf de hele zin:

      Slide 23 - Open question

      Schrijf de hele zin:

      Slide 24 - Open question

      Afsluiting:
      • Je hebt geleerd hoe je de geleerde spellingcategorieën altijd moet toepassen.

      Slide 25 - Slide