Als Nettowerkkapitaal positief is, kun je het KVV betalen
Geen vuistregel, want afhankelijk van omvang en aard van de onderneming
Slide 14 - Slide
Liquiditeit
Nadelen liquiditeit meten op basis van kengetallen aan de hand van de balans, zoals Current Ratio en Quick Ratio:
- momentopname
- kunnen enorm schommelen
- zijn te manipuleren (window dressing)
Slide 15 - Slide
nu maken opdracht 5.2
huiswerk voor volgende les
Slide 16 - Slide
week 4 les 2
Huiswerk
Maken opdracht 5.2
Les
Bespreken SE periode 2
Bespreken opdracht 5.2
Uitleg 5.2: De solvabiliteit
Leerdoel
Je kunt de solvabiliteit van een onderneming inschatten aan de hand van een aantal kengetallen
Slide 17 - Slide
Opgave 5.2.1 Deelnemingen horen bij de ...(1) en Effecten horen bij de ...(2)
A
1 vaste activa
2 vaste activa
B
1 vaste activa
2 vlottende activa
C
1 vlottende activa
2 vaste activa
D
1 vlottende activa
2 vlottende activa
Slide 18 - Quiz
Bij deelneming wil de onderneming vooral invloed uitoefenen en is het voor een langere periode. Bij effecten is het zo dat ze liquide middelen over hebben en die gaan beleggen. Zodra de liquide middelen weer nodig zijn in de onderneming, verkopen ze de effecten weer
Slide 19 - Slide
5.2.1 Voorzieningen horen bij ...
A
EV
B
LVV
C
KVV
D
LVV of KVV
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Voorzieningen
verplichtingen die al zijn voorzien, maar waarvoor de uitgaven pas in de toekomst zullen plaatsvinden. 2 mogelijkheden:
- raming van mogelijk verlies, welke al zijn meegenomen in het resultaat (bijv. dubieuze debiteuren, incourante voorraden) deze voorzieningen worden meegenomen in de balanspost zelf
- raming voor nog te maken kosten, welke al zijn meegenomen in het resultaat (bijv. onderhoud, belastingen, pensioenen, schadeclaims) deze voorzieningen worden apart opgenomen aan de creditzijde van de balans
Slide 22 - Slide
5.2.5 Wat is geen mogelijk antwoord?
A
Kredietverschaffer
B
Verhuurder
C
Debiteur
D
Crediteur
Slide 23 - Quiz
Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft aan in welke mate de onderneming aan al haar verplichtingen kan voldoen (dus ook die op lange termijn )
Een hoge solvabiliteit geeft verschaffers van vreemd vermogen vertrouwen dat ze geld aan een onderneming kunnen uitlenen
Slide 24 - Slide
Solvabiliteit
Solvabiliteitsratio = TV / VV
(soms solvabiliteitspercentage = TV / VV x 100% )
Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe beter de onderneming in staat is alle schulden te voldoen.
Vuistregel: Solvabiliteitsratio > 1,5 is voldoende
Slide 25 - Slide
Solvabiliteit
Soms andere formule gebruikt
Solvabiliteitsratio = EV / VV
(soms solvabiliteitspercentage = EV / VV x 100% )
Deze berekening komt altijd precies 1 lager uit dan de andere formule. Wiskundig bewijs zie blz 71
Vuistregel: Solvabiliteitsratio > 0,5 is voldoende
Slide 26 - Slide
Solvabiliteit
Debt ratio = VV / TV
( of VV / TV x 100% )
Hoe lager de uitkomst, hoe beter de solvabiliteit
Slide 27 - Slide
Solvabiliteit
Vaak stellen kredietverschaffers eisen aan een bedrijf op het gebied van de solvabiliteit. Alleen als die boven een bepaalde waarde is, zijn ze bereid geld uit te lenen.
Slide 28 - Slide
Een beginnende onderneming heeft een totale vermogensbehoefte van € 500.000,-. De bank eist een minimale solvabiliteit van 180%. De bank gebruikt TV / VV x 100%. Hoeveel kan de onderneming maximaal lenen? (afronden op hele euro's, geen leestekens)
Slide 29 - Open question
Een beginnende onderneming heeft een totale vermogensbehoefte van € 500.000,-. De bank eist een minimale solvabiliteit van 180%. De bank gebruikt TV / VV x 100%.
Hoeveel kan de onderneming maximaal lenen?
TV / VV x 100% = 180%
500.000 / VV x 100% = 180%
500.000 / VV = 1,80
VV = 500.000 / 1,80
VV = 277.778
Slide 30 - Slide
Een bestaand bedrijf wil uitbreiden. Op dit moment heeft het bedrijf een TV van € 697.000,- en een VV van € 357.000,-. De bank hanteert een solvabiliteitseis van 1,5 volgens de formule TV / VV.
Hoeveel kan het bedrijf maximaal bijlenen? (afronden op hele euro's, geen leestekens)
Slide 31 - Open question
Een bestaand bedrijf wil uitbreiden. Op dit moment heeft het bedrijf een TV van € 697.000,- en een VV van € 357.000,-.
De bank hanteert een solvabiliteitseis van 1,5 volgens de formule TV / VV.
Hoeveel kan het bedrijf maximaal bijlenen?
( 697.000 + ? ) / ( 357.000 + ? ) = 1,5
1,5 x ( 357.000 + ? ) = 697.000 + ?
535.500 + 1,5? = 697.000 + ?
0,5? = 161.500
? = 323.000
Slide 32 - Slide
Huiswerk volgende les
Opgave 5.5
Slide 33 - Slide
week 5 les 1
Huiswerk
Maken opdracht 5.5
Les
Zelfstandig paragraaf 5.6 De rentabiliteit doorwerken.
Leerdoel
Je begrijpt wat het begrip rentabiliteit inhoudt
Je kunt de rentabiliteit van een onderneming bepalen aan de hand van de kengetallen REV, IVV, RTV