This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
2 Sollicitanten
Slide 1 - Slide
Programma
Lesdoelen
Belangrijke data
Juiste aanpak examen lezen/luisteren
10 vragen maken van het (oefen)examen 'Sollicitanten over de hindernisbaan' en 4 vragen over 'Hoe bereid je je sollicitatiegesprek voor?'
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Tijdens en na deze les:
Heb je geoefend met het maken van een examen Lezen.
Ben je meer te weten gekomen over solliciteren
Slide 3 - Slide
Belangrijke data
Examen Lezen & Luisteren
SD2A - 08 februari 2024 - 09.30 u
SD2B - 08 februari 2024 - 12.30 u
Examen Schrijven
SD2A/SD2B - april 2024
Slide 4 - Slide
De juiste aanpak
voor het beste resultaat...
Slide 5 - Slide
Nog meer tips...
Ga op tijd naar bed zodat je goed uitgerust bent.
Aantekeningen maken mag.
Oriënteer je op de tekst (onderwerp, doel, bedoeling van de schrijver, activeren voorkennis) door te kijken naar titel, tussenkopjes enz.
Lees hierna ook eerste en laatste zinnen van alinea’s.
Lees later pas de bijbehorende tekstdelen intensief.
Formuleer je eigen antwoord.
Zoek het antwoord op. Laat bij twijfel de vraag nog even rusten
Slide 6 - Slide
Wat is de raarste vraag die je tijdens een sollicitatie hebt gehoord?
Slide 7 - Open question
Welke omschrijving geeft de hoofdgedachte van deze tekst het best weer?
A
De inzet van een vernieuwde aanpak bij sollicitaties is sterk afhankelijk van het aantal sollicitanten.
B
Het niveau van de functie is bepalend voor de selectiemethode.
C
Steeds meer werkgevers beproeven alternatieve methoden om sollicitanten te beoordelen.
Slide 8 - Quiz
Wat doet de auteur in alinea 1?
A
Hij geeft de aanleiding voor het artikel.
B
Hij geeft een probleemstelling.
C
Hij geeft een samenvatting.
Slide 9 - Quiz
In alinea 3 staat: "Een uitgebreid assessment voor een functie van garderobemedewerker." Wat drukt de auteur met deze zin uit?
A
enthousiasme
B
teleurstelling
C
verbazing
Slide 10 - Quiz
In alinea 3 zegt Bart Schindeler: "Deze manier van solliciteren is efficiënt." Wat is dit?
A
een argument
B
een conclusie
C
een standpunt
Slide 11 - Quiz
In alinea 5 zegt Violet Wolbers: "Op die manier kun je als werkgever het kaf van het koren scheiden (...)." Wat bedoelt zij hiermee?
A
De werkgever wil achterhalen hoe sollicitanten werkelijk overkomen.
B
De werkgever wil de meest geschikte sollicitant selecteren.
C
De werkgever wil sollicitanten selecteren door alternatieve procedures.
Slide 12 - Quiz
Wat is de belangrijkste functie van alinea 6 ten opzichte van alinea 5?
A
Alinea 6 geeft een conclusie bij wat in alinea 5 wordt beschreven.
B
Alinea 6 geeft een gevolg van wat in alinea 5 wordt beschreven.
C
Alinea 6 geeft een relativering van wat in alinea 5 wordt beschreven.
Slide 13 - Quiz
In alinea 6 staat dat een test in veel gevallen niet doorslaggevend is. Hoe wordt dit onderbouwd?
A
met een eigenschap
B
met een vergelijking
C
met een voorbeeld
Slide 14 - Quiz
Wat is volgens Mirjam Robart de meerwaarde van een competentietest met paarden in een sollicitatieprocedure?
A
De selectiemethode geeft direct inzicht in het natuurlijke gedrag van de kandidaat.
B
De selectiemethode toont aan hoeveel zelfvertrouwen de kandidaat heeft.
C
De selectiemethode versterkt de positieve eigenschappen van de kandidaat.
Slide 15 - Quiz
In alinea 8 zegt Mirjam Robart dat een test met paarden kandidaten uit hun comfortzone trekt. Wat bedoelt ze hiermee?
A
Sollicitanten grijpen de kans aan om te laten zien hoe ze met dieren omgaan.
B
Sollicitanten kunnen zelf aangeven welke vaardigheid zij willen demonstreren.
C
Sollicitanten moeten opereren in een voor hen volstrekt onbekende situatie.
Slide 16 - Quiz
Waaruit bestaat deze tekst vooral?
A
uit de mening van anderen over alternatieve sollicitatiemethoden
B
uit de mening van de auteur over alternatieve sollicitatiemethoden
C
uit feitelijke infomatie over alternatieve sollicitatiemethoden
Slide 17 - Quiz
0
Slide 18 - Video
Wat kwam er NIET aan bod in de video?
A
Welke competenties belangrijk zijn tijdens een sollicitatiegesprek
B
Wat je kan doen om je succeskans tot aanname kan verhogen.
C
Wat je kan verwachten tijdens een sollicitatiegesprek.
Slide 19 - Quiz
Hoe zorg je ervoor dat alle betrokkenen tijdens een sollicitatiegesprek ongeveer evenveel aan het woord zijn?
A
Door als sollicitant anderen steeds aan te kijken, zodat zij eerder geneigd zijn om tegen jou te praten.
B
Door als sollicitant ook zelf tijdens of na het gesprekken vragen te stellen aan anderen.
C
Door als sollicitant de andere gesprekspartners zo veel mogelijk aan het woord te laten.
Slide 20 - Quiz
"Uit onderzoek blijkt dat oogcontact maken, glimlachen en het geven van een stevige handdruk cruciaal zijn voor een goede eerste indruk." Wat betekent dit?
A
Dat deze zaken een een verplicht onderdeel zijn bij het achterlaten van een goede indruk.
B
Dat deze zaken doorslaggevend zijn bij het achterlaten van een goede indruk.
C
Dat deze zaken eigenlijk cliché zijn bij het achterlaten van een goede indruk.
Slide 21 - Quiz
Welk onderwerp komt niet standaard aan bod bij een sollicitatiegesprek?