Sollicitanten over de hindernisbaan

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Sollicitanten over de hindernisbaan

Wat doet de auteur in alinea 1?

1. Hij geeft de aanleiding voor het artikel.
2. Hij geeft een probleemstelling.
3. Hij geeft een samenvatting.

In alinea 3 staat: "Een uitgebreid assessment voor een functie van garderobemedewerker." Wat drukt de auteur met deze zin uit?

1. enthousiasme
2. teleurstelling
3. verbazing

In alinea 3 zegt Bart Schindeler: "Deze manier van solliciteren is efficiënt."

Wat is dit?

1. een argument
2. een conclusie
3. een standpunt

In alinea 5 zegt Violet Wolbers: "Op die manier kun je als werkgever het kaf van het koren scheiden (...)."

Wat bedoelt zij hiermee?

1. De werkgever wil achterhalen hoe sollicitanten werkelijk overkomen.
2. De werkgever wil de meest geschikte sollicitant selecteren.
3. De werkgever wil sollicitanten selecteren door alternatieve procedures.

Wat is de belangrijkste functie van alinea 6 ten opzichte van alinea 5?

1. Alinea 6 geeft een conclusie bij wat in alinea 5 wordt beschreven.
2. Alinea 6 geeft een gevolg van wat in alinea 5 wordt beschreven.
3. Alinea 6 geeft een relativering van wat in alinea 5 wordt beschreven.

In alinea 6 staat dat een test in veel gevallen niet doorslaggevend is.

Hoe wordt dit onderbouwd?

1. met een eigenschap
2. met een vergelijking
3. met een voorbeeld

Wat is volgens Mirjam Robart de meerwaarde van een competentietest met paarden in een sollicitatieprocedure?

1. De selectiemethode geeft direct inzicht in het natuurlijke gedrag van de kandidaat.
2. De selectiemethode toont aan hoeveel zelfvertrouwen de kandidaat heeft.
3. De selectiemethode versterkt de positieve eigenschappen van de kandidaat.

In alinea 8 zegt Mirjam Robart dat een test met paarden kandidaten uit hun comfortzone trekt.

Wat bedoelt ze hiermee?

1. Sollicitanten grijpen de kans aan om te laten zien hoe ze met dieren omgaan.
2. Sollicitanten kunnen zelf aangeven welke vaardigheid zij willen demonstreren.
3. Sollicitanten moeten opereren in een voor hen volstrekt onbekende situatie.

Waaruit bestaat deze tekst vooral?

1. uit de mening van anderen over alternatieve sollicitatiemethoden
2. uit de mening van de auteur over alternatieve sollicitatiemethoden
3. uit feitelijke informatie over alternatieve sollicitatiemethoden

Je moet een samenvatting van de tekst maken.

Welke van de volgende zinnen horen in de samenvatting en welke niet?  

In het Rijksmuseum zijn extra medewerkers in de garderobe en bij de kaartverkoop nodig.

1. wel
2. niet

Ondernemers vinden het selecteren uit de enorme hoeveelheid sollicitanten lastig.

1. wel
2. niet

Het Rijksmuseum past een rollenspel toe om een keuze uit de kandidaten te maken.

1. wel
2. niet

Steeds meer bedrijven experimenteren met bijzondere sollicitatiemethoden.

1. wel
2. niet

Sollicitantendagen zijn niet allesbepalend voor de selectie van sollicitanten.

1. wel
2. niet

Diverse testen zorgen voor een verrijking van het reguliere sollicitatietraject.

1. wel
2. niet

Steeds meer bedrijven hebben interesse in deze geschikheidsproef met paarden.

1. wel
2. doen

Welke omschrijving geeft de hoofdgedachte van deze tekst het best weer?

1. De inzet van een vernieuwde aanpak bij sollicitaties is sterk afhankelijk van het aantal sollicitanten.
2. Het niveau van de functie is bepalend voor de selectiemethode.
3. Steeds meer werkgevers beproeven alternatieve methoden om sollicitanten te beoordelen.

Deze tekst heeft bijgedragen aan
mijn examenvoorbereiding.

Ja, het heeft mijn kennis vergroot.

Nee, het was niet relevant genoeg.

Misschien, het was enigszins nuttig.

Ik ben niet zeker, het was verwarrend.

Deze tekst heeft het niveau van mijn leesvaardigheid verbeterd.

Ja, het heeft mijn begrip vergroot.

Nee, het was te moeilijk te begrijpen.

Misschien, het was enigszins uitdagend.

Ik ben niet zeker, het was verwarrend.