This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slagaders
Bloeddruk; hoog
Stroomsnelheid; snel
Bouw; wand gespierd en dik
Stroomt van hart naar organen
Aders
Bloeddruk; laag
Stroomsnelheid; langzaam
Bouw; wand dun en slap,
heeft kleppen
Stroomt van organen naar hart
Slide 2 - Slide
Grote en kleine bloedsomloop
Grote; gaat naar je hele lichaam. Brengt O2 en glucose en voert CO2 en afvalstoffen af
Kleine; gaat naar je longen. O2 en CO2 opnemen en afgeven
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. Dit noem je bloeddruk. Wanneer de kamers samentrekken spreken we van de bovendruk. Tijdens de hartpauze spreken we van de onderdruk.
Sommige mensen kunnen last hebben van een hoge bloeddruk.
Dit hoef je niet over te nemen
Slide 5 - Slide
Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 6 - Quiz
Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
A
ja
B
nee
C
meestal
Slide 7 - Quiz
Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten
Slide 8 - Quiz
Je kunt je hartslag meten bij je pols. Dit is een voorbeeld van een