Pedagogiek week 6 NLD

Pedagogiek week 6 periode 7
Non-verbal learning disorder
Paragraaf 4.5
1 / 19
next
Slide 1: Slide
PedagogiekMBOStudiejaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Pedagogiek week 6 periode 7
Non-verbal learning disorder
Paragraaf 4.5

Slide 1 - Slide

Terugblik vorige week
Wat is DCD?
Waar hebben deze kinderen moeite mee?
Hoe houd je rekening met risico's?
Welke aanpassingen kunnen helpen?

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog over DCD?

Slide 3 - Open question

Inhoud
  • wat is NLD
  • Filmpje
  • Sterke kanten/ vaardigheden 
  • Minder sterke kanten/ tekorten
  • Oorzaak
  • Begeleiding op school
  • Verschillen en overeen komsten met autisme 
  • Quiz
  • NLD-kwartet

Slide 4 - Slide

Wat is NLD
Non-verbal Learning Disabillities( niet verbale
leerstoornis).
Geen betrekking op taal.
Informatieverwerkingsstoornis die zich kenmerkt door het samengaan van leer-, gedrags- en motorische problemen.

Iedere situatie is anders.
Ieder kind is anders.
Tussen verschillende kinderen met NLD zijn vaak grote verschillen te zien.
Intelligentie speelt een grote rol en ook het gezin en de leefomgeving van het kind.

Slide 5 - Slide

Oorzaak
  • Stoornis in de informatie verwerking in de hersenen.  Door een tekort aan de witte stof( myeline) ronde de zenuwbanen
  • rechter hersenhelft. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Sterke Kanten/ Vaardigheden

  • Sterke woordenschat. goed kunnen praten
  • Goed oog voor details
  • Gevoelig voor audentieve informatie, )informatie die je kunt horen)
  • Goed geheugen voor automatiseren.( tafeltjes leren)
  • Goede concentratie voor verbale informatie(mondelin).
  • Bekende informatie word goed verwerkt.

Slide 8 - Slide

Minder sterke kanten/ tekorten

  • Ruimtelijk inzicht.
  • Zien en voelen( visuele en taktieke waarden)
  • Sociaal inzicht( sociale omgang)( zich niet kunnen verplaatsen in een ander)
  • Reken inzicht
  • Probleem oplossend vermogen
  • Meerdere handelinge tegelijk uitvoeren
  • Leren van nieuwe taken

Slide 9 - Slide

Begeleiding op school
  • Rol van de leerkracht is super belangrijk.
  • Veilige en prettige leeromgeving maken.
  • Mondelingen instructie.
  • Letterlijk zeggen wat de bedoeling is
  • Voordoen- Samendoen- Nadoen- zelfdoen
  • herhaal, herhaal, herhaal
  • een ding tegelijkk.( taken in stukjes)  

Slide 10 - Slide

Verschillen en overeen komsten met autisme 
  • Geen vorm van Autisme.
  • NLD is een waarnemings stoornis. autisme is een contact- en communicatie stoornis.
  • Het grote verschil is mensen met NLD hebben wel een grote behoefte aan sociale contacten. maar ze missen de vaardigheden om dit te doen.

Slide 11 - Slide

Wat is een verschil tussen NLD en Autisme?
A
Er is geen verschil
B
NLD gaat over als je ouder wordt en autisme niet
C
Kinderen met NLD willen wel graag contact maken.
D
Bij NLD heb je geen gedrags- problemen alleen leerproblemen

Slide 12 - Quiz

Wie kan het beste diagnose stellen?
A
ouder
B
psychiater
C
huisarts
D
neuropsycholoog

Slide 13 - Quiz

Hoe vaak komt NLD voor bij schoolkinderen?
A
5-10%
B
1-5%
C
10-15%
D
15-20%

Slide 14 - Quiz

Wat betekent NLD?
A
non-verbal learning disabilities
B
non- verbal lesson disorder
C
non- verbal learning disorder
D
not- verbal lesson diasabilities

Slide 15 - Quiz

Kinderen met NLD zijn verbaal goed ontwikkeld. Het zien en tasten verloopt moeilijk. Welke informatie kunnen ze wel goed verwerken?
A
Informatie op het schoolbord
B
Mondelinge informatie
C
Schriftelijke informatie
D
Wiskundige informatie

Slide 16 - Quiz

Kinderen met NLD kunnen soms lomp en ongevoelig overkomen. Hoe komt dat?
A
Ze reageren met name op non-verbale signalen en krijgen daardoor vaak ruzie.
B
Ze accepteren het niet als iemand niet met ze wil spelen.
C
Ze nemen de informatie letterlijk, non-verbale signalen zien ze niet.
D
Ze spreken slecht en maken daardoor op een vreemde manier contact.

Slide 17 - Quiz

Eindopdracht week 6
Maak je eigen Q&A (questions and answers)
Bedenk minimaal 8 vragen over NLD. 
Verwerk de vragen en antwoorden op inhoudelijke wijze.
Minimaal 1 a4.

Slide 18 - Slide

Einde
Zijn er nog vragen?

Slide 19 - Slide