Molariteit

1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Je lost 2,40 mol glucose op in 8,0 liter water. Bereken de molariteit van de oplossing die ontstaat.

Slide 5 - Open question

Wat was je antwoord?
A
0,60 M
B
0,30 M
C
3,33 M
D
6,66 M

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Je lost 1,42 mol glucose op in 3,50 liter water. Bereken [ C6H12O6 ].
A
0,4 M
B
2,5 M
C
0,406 M
D
2,46 M

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Bereken hoeveel mol glucose overeenkomt met 9,42 gram glucose. Gebruik BINAS 98.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Je lost dus 0,0522868 mol glucose op in 2,5 liter water. Bereken [ C6H12O6 ].

Slide 14 - Open question

Wat is de molariteit van de oplossing als je 9,42 gram glucose oplost tot 2,5 L
A
45,5 M
B
0,073 M
C
0,021 M
D
Ik heb geen idee!!

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

-->

Wat is de molverhouding tussen NaCl en Na+ ?
NaCl
Na++Cl
A
2:1
B
1:1
C
1:2
D
1:3

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Hoeveel mol Na+ ontstaat er dus uit 3,262 mol NaCl?
A
3,262 mol
B
1,631 mol
C
6,524 mol
D
0,8155 mol

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Je lost 0,034 mol Na2SO4 op in 1,500 liter water. De molverhouding tussen Na2SO4 en Na+ = 1 : 2. Bereken [ Na+ ].

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide