What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H4 Talent h4 par 2 les 1
Talent hoofdstuk 4
Paragraaf 2 'verkennen'
tekst 1. blz. 68
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
35 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Talent hoofdstuk 4
Paragraaf 2 'verkennen'
tekst 1. blz. 68
Slide 1 - Slide
Terugblik
Paragraaf 1
:
tekststructuren,
signaalwoorden,
functiewoorden,
functies van tekstgedeelten
feiten, meningen, kritisch beoordelen
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
1. Je kunt twee kenmerken noemen van een beschouwing.
2. Je kunt n.a.v. tekst 1 via verkennend lezen de belangrijkste informatie uit een tekst halen.
3.Je kunt na intensief lezen vragen bij tekst 1 beantwoorden.
Slide 3 - Slide
Paragraaf 2, een verkenning
-Boven tekst 1: kenmerken van een beschouwing
-Vakboek
-De opdrachten
Slide 4 - Slide
Wat is juist?
A
In een beschouwing komen geen meningen voor
B
Het doel van een beschouwing is informeren en overtuigen
C
Het standpunt van een beschouwing vind je aan het einde van de inleiding
D
Het doel van een beschouwing is opiniëren
Slide 5 - Quiz
De stijl van een beschouwing is
A
Persoonlijk
B
Zakelijk
C
Persoonlijk óf zakelijk, afhankelijk van het onderwerp
D
Activerend
Slide 6 - Quiz
Sla blz. 82/83 op en noem drie tekststructuren die zich goed lenen voor een beschouwing
Slide 7 - Open question
Opdracht
Lees tekst 1 gedurende 1,5 minuut verkennend door. Beantwoord daarna de vragen op de volgende slide.
Slide 8 - Slide
Wat is het onderwerp?
Slide 9 - Open question
Welke vraag zal beantwoord worden in de tekst?
Slide 10 - Open question
Lees tekst 1 intensief blz. 68-69
markeer belangrijke zinnen, signaalwoorden, krabbel in de kantlijn
Slide 11 - Slide
vraag 2 a. markeer de vier vragen die de auteur stelt in de tekst.
Slide 12 - Open question
Hoe verhouden deze vier vragen zich tot de centrale vraag die in de tekst gesteld wordt?De vier vragen
A
lijken deelvragen waarmee de centrale vraag beantwoord kan worden.
B
maken de centrale vraag persoonlijker.
C
vertellen meer over de achtergronden van de centrale vraag.
D
zijn een vervolg op de centrale vraag.
Slide 13 - Quiz
Welke twee teststructuren herken je in tekst 1?
A
voor-en nadelenstructuur en vraag en antwoordstructuur
B
stelling-argumentenstructuur en probleem-oplossingstructuur
C
probleem-oplossingstructuur en verklaringsstructuur
D
vraag-en antwoordstructuur en verklaringsstructuur
Slide 14 - Quiz
vraag 4 Signaalwoorden aan welk signaalwoord herken je de opsomming?/wat wordt er opgesomd
Slide 15 - Open question
4b Welk signaalwoord geeft de reden/verklaring aan?/citeer het zinsdeel
Slide 16 - Open question
5.Welke twee tekstdoelen herken je in tekst 1?
A
activeren en informeren
B
overtuigen en beschouwen
C
informeren en beschouwen
D
informeren en overtuigen
Slide 17 - Quiz
6 a. Noem twee redenen waarom je tekst 1 een beschouwing kunt noemen.
Slide 18 - Open question
Noem twee zaken die de auteur had kunnen doen nom van tekst 1 een betere beschouwing te maken.
Slide 19 - Open question
8. Let uit waarom de laatste alinea van tekst 1 geen echt slot is.
Slide 20 - Open question
Goed gewerkt!
Slide 21 - Slide
Noteer de eerste drie woorden van het tekstgedeelte dat over de oplossing gaat
Slide 22 - Open question
Wat is juist?
A
Het slot hoort eigenlijk niet bij de tekst
B
Het slot bevat een conclusie
C
Het slot is activerend, de rest van de tekst is beschouwend
D
Het slot herhaalt het standpunt
Slide 23 - Quiz
Opdracht
Lees tekst 1 nu nauwkeurig door en beantwoord meteen vraag 2a. Tel het aantal vragen.
Tijd: 5 minuten
Slide 24 - Slide
Hoeveel vragen heb je onderstreept?
Slide 25 - Open question
Verdeel de vragen in drie groepen. De rijtjes worden niet even lang. Welke groepen onderscheid je? Welke vragen horen bij elkaar?
Slide 26 - Open question
Tot slot:
Slide 27 - Slide
Welke vaste tekststructuren lenen zich goed voor een beschouwing?
A
Verklaring, probleem-oplossing en voor-nadelen
B
Tijdsstructuur, vraag-antwoordstructuur en stelling-argumentstructuur
C
probleem -oplossing, vraag-antwoordstructuur en verklaringsstructuur
D
Onderzoekssstructuur, verklaringsstructuur en indelingsstructuur
Slide 28 - Quiz
Noteer de eerste drie woorden van het tekstgedeelte dat over de oplossing gaat
Slide 29 - Open question
More lessons like this
H4 Talent h4 par 2 les 1
April 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Examentraining II quizvragen III
February 2019
- Lesson with
24 slides
by
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Examentraining
H4 Talent h4 par 2 les 2
April 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
begrijpend lezen havo 4
June 2019
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H1 + H2 Lezen - oefenen voor de toets
October 2021
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Leesvaardigheid 1
December 2023
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Tekstsoorten en tekstverbanden
March 2020
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
V5 Herhaling V4 Meer dan lezen
August 2024
- Lesson with
10 slides