Staal blok 6 week 1 Werkwoorden

1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

werkwoorden
tegenwoordige tijd
verleden tijd
voltooide tijd

Slide 2 - Slide

Werkwoorden week 1 blz 72

Slide 3 - Slide

ik blijf
warming-up
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 4 - Quiz

hij zocht
warming-up
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 5 - Quiz

Wij hebben ontbeten
warming-up
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 6 - Quiz

tegenwoordige tijd
Tekst

Slide 7 - Slide

De verleden tijd
Klankvaste werkwoorden
't kofschip-x





Hij braadde het vlees (braden).
Ik morste mijn soep (morsen).
De verleden tijd
Klankveranderende werkwoorden.

De klank verandert in de verleden tijd

Ik loop- ik liep
Ik slaap- ik sliep
hij gaat- hij ging
zij begint- zij begon

uitleg

Slide 8 - Slide

Voltooide tijd
De voltooide tijd bestaat altijd uit een 
hulpwerkwoord &
voltooid deelwoord.

Hoe weet je nou of je voltooid deelwoord met een d of t geschreven wordt? 
Maak hem langer, kijk maar:
Het is verwoes.... (verwoeste NIET verwoesde) --> Het is verwoest.

uitleg

Slide 9 - Slide

Voltooide tijd
antwoorden - ik heb __________

Slide 10 - Open question

een werkwoord met 'dt' kan alleen maar in de tegenwoordige tijd voorkomen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Voltooide tijd
geloven - ik heb _______

Slide 12 - Open question

klankveranderende werkwoorden
klankvaste werkwoorden
roepen
slapen
pakken
gapen
schrijven
schijnen
kammen
benutten
blazen
veranderen
Sleep de werkwoorden naar het juiste vak.

Slide 13 - Drag question

geloof
gelooft
geloven
geloven
Er staan 4  vier werkwoorden. Maak goede combinaties. 

Hij......................het verhaal van het mooie meisje.
.............jij haar wel?
De kinderen.................
de juf.

Je moet haar niet.......................

Slide 14 - Drag question

Beantwoord
beantwoord
beantwoordt
beantwoorden
Er staan  vier werkwoorden. Maak goede combinaties. 

Ik..........de vragen in Teams.
.............jij deze vraag even?
De douane..........de vragen bij de grens.
De artsen..........de vragen over het virus.

Slide 15 - Drag question

Zelfstandig aan de slag
Jullie gaan nu zelfstandig aan de slag met de les uit je werkboek en de online Gynzyles. 
Mocht je nog vragen hebben dan zie ik je graag tussen 11-12u online.
Heel veel succes!!! 
Op de volgende slide komt het werkwoordschema te staan.  Gebruik deze tijdens het maken van je les!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide