hoofdstuk 1 klas 2

Huishoudelijke uitgaven......

A
zijn grote uitgaven die je voor je huis uitgeeft: bv. verf
B
uitgaven die je bijna elke dag doet: bv voor voedingsmiddelen
C
zijn grote uitgaven die je regelmatig terugkomen : bv huur
D
kleine uitgaven die je voor jezelf doet
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Huishoudelijke uitgaven......

A
zijn grote uitgaven die je voor je huis uitgeeft: bv. verf
B
uitgaven die je bijna elke dag doet: bv voor voedingsmiddelen
C
zijn grote uitgaven die je regelmatig terugkomen : bv huur
D
kleine uitgaven die je voor jezelf doet

Slide 1 - Quiz

Wat is zelfvoorziening?
A
Dat je je zelf voorziet
B
Wanneer je in jouw behoeften voorziet door producten te kopen
C
Verwennerij voor jezelf
D
Wanneer je in jouw behoeften voorziet door eigen gemaakte producten

Slide 2 - Quiz

Wat is commerciële reclame?
A
Deze reclame wil je iets verkopen.
B
Deze reclame wil iets uitleggen.
C
Deze reclame wil je iets leren.
D
Deze reclame gaat over paarden.

Slide 3 - Quiz

Wat zijn gebruiksgoederen?
A
goederen die je maar een keer kunt gebruiken.
B
goederen die je meerdere keren kunt gebruiken
C
goederen die je helemaal niet kunt gebruiken
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quiz

Goederen of diensten?
Een lesboek
A
Goederen
B
Diensten

Slide 5 - Quiz

Consumeren is …
A
Een bedrag opzijleggen voor een latere grote aankoop
B
Iets maken waarmee je in je eigen behoefte kan voorzien
C
het kopen van goederen of diensten
D
Invloed uitoefen op andere mensen om iets te kopen

Slide 6 - Quiz

Vaste lasten zijn
A
uitgaven die je vast en zeker verwacht
B
steeds dezelfde uitgaven
C
uitgaven waarvoor je iedere maand spaart
D
uitgaven per vaste periode

Slide 7 - Quiz

Incidentele uitgaven is:
A
iPad
B
huur
C
aardappels

Slide 8 - Quiz

Wat is het verschil tussen goederen en diensten.
A
Goederen zijn producten die je kan aanraken en diensten niet.
B
Goederen zijn producten die je niet kunt aanraken en diensten wel.

Slide 9 - Quiz

Wat is geen commerciële beïnvloeding
A
Coca Cola reclame
B
Jumbo sponsert wielrennen
C
Je broer adviseert je Adidas schoenen te kopen
D
Je mag gratis drinken proeven in winkelcentrum

Slide 10 - Quiz

Basisbehoeften zijn belangrijk. Wat valt er niet onder het rijtje basisbehoeften?
A
Voedsel
B
Huisvesting
C
Politiek
D
Onderwijs

Slide 11 - Quiz

Wat is EEN voorbeeld van verbruiksgoederen
A
toiletpapier
B
auto
C
tandenborstel
D
kleding

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van huishoudelijke uitgaven
A
Eten
B
Huis
C
Kleding
D
Drinken

Slide 13 - Quiz

Wat is ideële reclame?
A
Vervolging door justitie
B
Postbus 51
C
Reclame om winst te maken
D
Reclame om mensen aan het denken te zetten

Slide 14 - Quiz