Les 2: Positieve Gezondheid

Positieve Gezondheid
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Positieve Gezondheid

Slide 1 - Slide

Vandaag 

  • Positieve Gezondheid
  • Oefenen met spinnenweb
  • Deelopdracht 2 

Slide 2 - Slide

Eindopdracht
Je geeft advies over hoe de zorgvrager de zelfredzaamheid kan behouden of versterken, over het bevorderen van de gezondheid en het realiseren van een gezonde leefstijl. Dit kan aan de hand van het concept Positieve Gezondheid.

Bespreek met de cliënten welke wensen, behoeften en verlangens zij hebben.
Client geeft aan wat voor hen betekenisvol is, waar zij aan willen werken en wat zij nodig hebben om hun doelen te bereiken. 



Slide 3 - Slide

Wat betekent voor
jou gezondheid?

Slide 4 - Mind map

Wat betekent ziek
zijn voor jou?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Kan je de 6 pijlers van positieve gezondheid nog benoemen?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Positieve Gezondheid 
  • Eigen kracht en regie zijn belangrijke uitgangspunten
  • Geeft inzicht in datgene waarmee je het welzijn van de cliënt kunt vergroten. 
  • Het helpt bij het in kaart brengen van de behoeftes 
  • Geeft handvatten om deze behoeften centraal te stellen.
  • Helpt om in mogelijkheden te denken en handelen in plaats van beperkingen.



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Reflecteer op de uitkomst
  • Wat valt op als je kijkt naar je gezondheidsoppervlak?
  • Wat is voor jou belangrijk, wat zijn jouw dromen of drijfveren?
  • Wat wil je veranderen of meer aandacht geven?
  • Wat kan een eerste stap zijn?
  • Is er iets wat je daarbij tegenhoudt?
  • Wat of wie kan je helpen?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Uitkomsten bespreken met client

  • Maak contact , luister aandachtig 
  • help de ander om zo veel mogelijk zijn   eigen oplossingen te vinden.
  • je neemt een meer coachende rol aan.
  • Begin het gesprek met open vragen
  • Maak in het gesprek zoveel mogelijk ruimte voor gedachten en associaties. 
Open vragen helpen daarbij, zoals:

  • Wat vindt u ervan?
  • Hoe was het om dit in te vullen?
  • Vertel eens?
  • Wat valt u op?
  • Wat is belangrijk voor u op dit moment?
  • Welke inzichten kreeg u bij het zien van uw spinnenweb?







Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Oefening 1 (tweetallen): goud leren zien
1. Vertel een verhaal over een situatie waarbij je denkt dat je iets beter of anders had kunnen doen.
2. De gesprekspartner stelt vragen, reflecteert en vat samen.
3. Na afloop schrijft de gesprekspartner op welke kwaliteiten hij in je ziet en geeft hij mondeling toelichting.
4. Draai daarna de rollen om.


Slide 22 - Slide

Oefening 2 (tweetallen): uitnodigen tot verandertaal
Welke verandering ben je aan het overwegen (en waar ben je ambivalent over)? 
Ga met elkaar in gesprek, maar geef geen advies. Stel elkaar de volgende vragen:
1. Wat zou je willen veranderen?
2. Hoe zou je dit kunnen veranderen?
3. Welke drie redenen heb je om te veranderen?
4. Hoe belangrijk is het veranderen voor jou? Geef een cijfer op een schaal van 1 tot 10; wat is de reden dat je dit cijfer hebt gekozen?

Geef een korte samenvatting van het gesprek en stel als afsluiting de volgende vraag:
Wat denk je dat je gaat doen?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide