3.4 schrijven en formuleren - les 1

3.4 schrijven en formuleren 
les 1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.4 schrijven en formuleren 
les 1

Slide 1 - Slide

In deze les:
- leerdoelen hoofdstuk 3.4
- even opstarten
- instructie: een betoog schrijven
- opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen hoofdstuk 3.4
In deze paragraaf leer je:

- hoe je een betoog schrijft
- hoe je je mening opschrijft
- hoe je argumenten bij je mening opschrijft
- hoe je korte en lange zinnen afwisselt in je tekst

Slide 3 - Slide

Dit weet je al over feiten en meningen. Kies het juiste antwoord:
A
Als je verteld wat je van iets vindt, dan geef je je mening.
B
Als je de reden geeft waarom je iets vindt, vertel je een feit.

Slide 4 - Quiz

Feit of mening?

Ik vind mijn broer vaak irritant.
A
feit
B
mening

Slide 5 - Quiz

Feit of mening?

Mijn nieuwe mobiel kostte 148 euro.
A
feit
B
mening

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Wat betekent gebakken lucht?

Slide 8 - Open question

Lees de laatste zin. Vraagt de schrijver om een feit of een mening?
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

Waar kun je deze tekst lezen?
A
in een tijdschrift
B
op internet
C
in een boek

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

In een betoog geef je 'wel' / 'niet' je eigen mening over een onderwerp.
A
wel
B
niet

Slide 12 - Quiz

Met argumenten leg je 'wel' / 'niet' je mening uit.
A
wel
B
niet

Slide 13 - Quiz

De signaalwoorden ten eerste, bovendien en ook gebruik je 'wel' / 'niet' in het slot van de tekst.
A
wel
B
niet

Slide 14 - Quiz

ZS - Zelfstandig werken in stilte
Maak opdracht 4
blz. 177/178

Ben je klaar? ->
 
timer
7:00

Slide 15 - Slide

ZW - Zelfstandig werken
Maak opdracht 5
blz. 178

Als het nodig is mag je overleggen
met degene die naast je zit.

Ben je klaar? ->
timer
7:00

Slide 16 - Slide