proefles hhc

2e kamer verkiezingen
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

2e kamer verkiezingen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Video

Verkiezingen
kiezen welke mensen de baas gaan worden

Slide 4 - Slide

Inwoner
iemand die ergens woont

Slide 5 - Slide

bepalen
beslissen

Slide 6 - Slide

Vervolg les afkortingen 2 KGT

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

de politieke partij
een groep mensen met dezelfde plannen

Slide 9 - Slide

macht hebben
belangrijk zijn

Slide 10 - Slide

Doel van de les:
Aan het einde van deze les kan je:
Afkortingen vinden in een bestaande tekst
De betekenis van afkortingen opzoeken
Afkortingen toepassen in een korte tekst

Slide 11 - Slide

Wat hebben we de vorige les gedaan? 


Welke regels heb je geleerd?

Slide 12 - Slide

campagne voeren
reclame maken voor iets wat je graag wil

Slide 13 - Slide

om de tafel zitten
overleggen

Slide 14 - Slide

het volk
een groep mensen die samen in een land wonen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

het programma
de plannen

Slide 17 - Slide

invloed hebben
belangrijk zijn

Slide 18 - Slide

lijsttrekker
iemand die bovenaan de namenlijst van een partij staat bij verkiezingen

Slide 19 - Slide

de kandidaat
iemand die ergens aan mee doet

Slide 20 - Slide

de tijd zal het leren
over een tijdje weet je hoe het is gegaan

Slide 21 - Slide

namens 
uit naam van

Slide 22 - Slide

bij voorkeur
het liefst

Slide 23 - Slide

het standpunt
de mening

Slide 24 - Slide

divers
verschillend

Slide 25 - Slide

het affiche
de poster,het aanplakbiljet

Slide 26 - Slide

iemand voor zich winnen
iemand aan zijn kant krijgen

Slide 27 - Slide

de peiling
de meting

Slide 28 - Slide

vertegenwoordigen
in plaats van iemand aanwezig zijn

Slide 29 - Slide

definitief
iets wat niet meer verandert

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

overleggen
A
op de bank zitten
B
om de tafel zitten
C
Op de tafel zitten
D
achter de bank zitten

Slide 32 - Quiz

iets wat niet meer verandert
A
absoluut
B
tijdelijk
C
definitief
D
voorlopig

Slide 33 - Quiz

de poster, het aanplakbiljet
A
het boek
B
de folder
C
het schrift
D
de affiche

Slide 34 - Quiz

divers
A
verschillend
B
samen
C
allemaal
D
soort

Slide 35 - Quiz

iemand die ergens aan meedoet
A
het kandidaat
B
de kandidaat
C
de kandidaad
D
het kandidaad

Slide 36 - Quiz

iemand die bovenaan de namenlijst van een partij staat bij verkiezingen
A
topspeler
B
baas
C
lijsttrekker
D
president

Slide 37 - Quiz

reclame maken voor wat je graag wil
A
reclame voeren
B
aanprijzen
C
campagne voeren

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Video