Herhaling - Blok 6

Taalbeschouwing
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Taalbeschouwing

Slide 1 - Slide

Vind de persoonsvorm!
Schrijf de volgende zin op 3 manieren op:
De juf herhaalt het blok van taal.

Slide 2 - Open question

Schrijf het onderwerp op:
De juf herhaalt het blok van taal.

Slide 3 - Mind map


Slide 4 - Open question

Schrijf van elke zin het lijdend voorwerp op.
1. Vroeger aten de mensen alleen Nederlandse gerechten.
2. De slager geeft een pond gehakt.

Slide 5 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:
Ik geef het paard een suikerklontje.
A
Ik
B
geef
C
het paard
D
een suikerklontje.

Slide 6 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin?
De trainer gaf de spelers aanwijzingen.

Slide 7 - Mind map

Het noem je het zinsdeel dat overblijft als je het onderwerp, gezegde, lijdend of meewerkend voorwerp gevonden hebt?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Welk zinsdeel is een bepaling?
Pietje maakt tijdens de lunch een wandeling.
A
Pietje
B
maakt
C
tijdens de lunch
D
een wandeling.

Slide 10 - Quiz

Spreken/luisteren/schrijven

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Woordenschat

Slide 14 - Slide

Quizlet - Classroom
  • Je gaat nu 7 minuten oefenen met de nieuwe woorden van blok 6 op Quizlet. 
  • Je gaat naar:
Classroom - Taal - Quizlet - Blok 6 - Klik op de link
  • Daarna gaan we de quizlet klassikaal doen in groepjes. 
timer
7:00

Slide 15 - Slide