Herhaling taal blok 6 gr8

Taal 
herhaling taalbeschouwing blok 6
1 / 18
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Taal 
herhaling taalbeschouwing blok 6

Slide 1 - Slide

Lijdend voorwerp
Wie/wat + gezegde + onderwerp?

Mijn moeder heeft voor mij een fiets gekocht.

Slide 2 - Slide

Meewerkend voorwerp
Voor wie? 
of
Aan wie?

Mijn moeder heeft voor mij een fiets gekocht.

Slide 3 - Slide

Bepaling van plaats/tijd
Wanneer?
Waar?

Mijn moeder heeft gisteren voor mij een fiets gekocht.
Mijn moeder heeft in de fietsenwinkel voor mij een fiets gekocht.

Slide 4 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp?
Maya drinkt appelsap met een rietje.
A
Maya
B
met een rietje
C
drinkt
D
appelsap

Slide 5 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?
Mijn oma drinkt altijd groene thee.
A
Mijn oma
B
drinkt
C
groene thee
D
altijd

Slide 6 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?
Selin bezoekt haar tante vaak.
A
vaak
B
haar tante
C
bezoekt
D
Selin

Slide 7 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?
De buurman heeft aan ons een grote plant gegeven.
A
De buurman
B
heeft
C
aan ons
D
een grote plant

Slide 8 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?
Jet schrijft haar vriendin een email.
A
een email
B
haar vriendin
C
schrijft
D
Jet

Slide 9 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?
Zij geeft haar moeder een kopje thee.
A
geeft
B
een kopje thee
C
haar moeder
D
zij

Slide 10 - Quiz

Bepaling van plaats
Yasmin en Eva hebben om vijf uur op het station afgesproken.
A
Yasmin en Eva
B
om vijf uur
C
op het station
D
afgesproken

Slide 11 - Quiz

Bepaling van tijd
Yasmin en Eva hebben om vijf uur op het station afgesproken.
A
om vijf uur
B
op het station
C
Yasmin en Eva
D
afgesproken

Slide 12 - Quiz

Bepaling van tijd
Vandaag gaan wij opa bezoeken.
A
bezoeken
B
opa
C
gaan
D
vandaag

Slide 13 - Quiz

Bepaling van tijd
Roy gaat iedere dinsdag naar de voetbaltraining.
A
voetbaltraining
B
Roy
C
iedere dinsdag
D
gaat

Slide 14 - Quiz

Bepaling van plaats
Achter de wolken schijnt de zon.
A
schijnt
B
de zon
C
achter de wolken

Slide 15 - Quiz

Bepaling van plaats
Duncan heeft de knikkers in een pot verstopt.
A
in een pot
B
de knikkers
C
verstopt
D
Duncan

Slide 16 - Quiz

Ik beheers de doelen:
- lijdend voorwerp
- meewerkend voorwerp
- bepaling van plaats/tijd

😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Extra oefenen
Lijdend voorwerp: 74
Meewerkend voorwerp: 87
Bepaling van plaats en tijd: 85

Slide 18 - Slide