NL lesweek 5 Activeren, beschouwen en overtuigen: de doelen van teksten/ Betoog van Mara

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,2

Activeren, beschouwen en overtuigen: de doelen van teksten  + Betoog van Mara

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de drie doelen van teksten: activeren, beschouwen en overtuigen herkennen.

Benoem het leerdoel van de les aan het begin van de presentatie om duidelijkheid te geven over wat de leerlingen aan het einde van de les kunnen.

Wat weet jij al over de doelen van teksten ?

Wat zijn de doelen van teksten ?

Teksten en kijk/luisterfragmenten hebben vaak een doel. Dit kan activeren zijn, waarbij je bijvoorbeeld wordt aangespoord om iets te doen. Beschouwen, waarbij je meer te weten komt over een onderwerp. Of overtuigen, waarbij de schrijver of spreker je probeert te overtuigen van zijn of haar standpunt.

Geef een duidelijke uitleg over de drie doelen van teksten en kijk/luisterfragmenten.

Activeren

Het doel van activerende teksten en kijk/luisterfragmenten is om de lezer of kijker aan te zetten tot actie. Bijvoorbeeld om iets te kopen, te stemmen of te doneren.

Geef voorbeelden van activerende teksten en kijk/luisterfragmenten.

Beschouwen

Beschouwende teksten en kijk/luisterfragmenten geven je meer informatie over een onderwerp. Bijvoorbeeld een wetenschappelijk artikel of een documentaire.

Laat voorbeelden zien van beschouwende teksten en kijk/luisterfragmenten.

Overtuigen

Het doel van overtuigende teksten en kijk/luisterfragmenten is om de lezer of kijker te overtuigen van een standpunt. Bijvoorbeeld een politieke toespraak of een advertentie.

Geef voorbeelden van overtuigende teksten en kijk/luisterfragmenten.

Betoog van Mara

Geef voorbeelden van overtuigende teksten en kijk/luisterfragmenten.

Geef voorbeelden van overtuigende teksten en kijk/luisterfragmenten.

Maken in Taalblokken :

Bouwstenen> 01 tekstsoorten- Schrijven (3F)

Geef voorbeelden van overtuigende teksten en kijk/luisterfragmenten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.