8. Kracht en arm SCHN

8. Kracht en arm
   
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8. Kracht en arm
   

Slide 1 - Slide

Opgave 6.5
Hieronder probeert Dennis een kast op te tillen.
Als hij er een stok onder steekt, heeft hij een kracht van 160 N
nodig om hem aan een kant op te tillen.

Bereken de kracht die de kast dan op de stok uitoefent.
antwoord: 
800 N
Geef zelf je berekening
?

Slide 2 - Open question

Samenvatting hefbomen deel 1

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bepaal altijd
EERST
het draaipunt!!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De Fz op het contragewicht links houdt de slagboom in evenwicht. Het zwaartepunt van de slagboom is aangegeven.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Je spierkracht op de handvaten tilt het gewicht van van het zand in de kruiwagen op. Bepaal zelf het zwaartepunt.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De kracht op links wordt gebruikt om een kracht rechts te maken.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De kracht van je vingers links leveren een kracht op het haartje rechts.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

De kracht van je hand zorgt ervoor dat de noot gekraakt wordt.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Door de linkerkant naar beneden te duwen, wordt de kroonkurk van de fles gewipt.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Moet de spierkracht links omhoog of omlaag werken, om de deksel van deze kist open te krijgen?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Ga er van uit dat je steeds een kracht recht naar beneden uitoefent.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

In situatie 3 is de arm groter, dus het moment ook.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Met een flessenopener kan je een kroonkurk van een flesje wippen. Dit kan op twee manieren, weergegeven in de figuur hiernaast. In beide gevallen word het zichtbare gedeelte van de dop omhoog gewipt.

Slide 40 - Slide

Verwerkingsopgave 8. Kracht en arm



Slide 41 - Slide

Voordat je begint- NAKIJKEN!
Kijk je antwoorden van de vorige LessonUps na.
Dit gaat om les 6 de antwoorden zijn nu verschenen op dia's achter de opgaven

Slide 42 - Slide

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel

Slide 43 - Slide

Situatie 1.
Maak een screenshot of schets de tekening in je  schrift.
Geef het draaipunt aan, en de arm van jouw spierkracht en de arm van de kracht op (de rand) van de dop.

Slide 44 - Slide

Situatie 2.
Maak een screenshot of schets de tekening in je  schrift.
Geef het draaipunt aan, en de arm van jouw spierkracht en de arm van de kracht op (de rand) van de dop.

Slide 45 - Slide


Lever je gemaakte werk in, en leg uit (typ in) in welke situatie je de meeste kracht op de dop kunt uitoefenen. Gebruik in je antwoord de termen kracht, arm en moment.

Slide 46 - Open question

Antwoord
In beide situaties is de arm van de kracht op de dop (ongeveer) gelijk. In de 2e situatie is de arm van jouw spierkracht echter groter. Jij kunt daar dus MEER moment uitoefenen en daardoor ook meer kracht op de dop. 

Slide 47 - Slide

Beantwoord de vraag hiernaast (klik om te zoomen). Geef je berekening met formules
antwoord: 
a. 0,15 Nm
b. 0,14 Nm
c. -
Geef zelf je berekening
?

Slide 48 - Open question

Antwoorden

Slide 49 - Slide