Vaststellen identiteit verdachte
Een opsporingsambtenaar mag aan de hand van personalia en een identiteitsbewijs, de identiteit van een verdachte vaststellen. Daarvoor mag hij vragen naar:
Naam
Voornamen
Geboorteplaats
Geboortedatum
Het adres waarop iemand is ingeschreven
Het adres van de feitelijke verblijfplaats (artikel 27a Wetboek van Strafvordering)
Een opsporingsambtenaar mag iedereen vorderen zijn/haar identiteitsbewijs te tonen. Alleen als hij het noodzakelijk voor de uitoefening van zijn werkzaamheden.