Taal Engelse woorden in het Nederlands

Engelse woorden in de Nederlandse taal 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Engelse woorden in de Nederlandse taal 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

timer
1:00
1.  Je gaat in stilte de opdracht maken die op je kaartje staat.

2. Ben je klaar, opdracht nakijken. 

3.  Kies 1 zin of woord die je straks gaat toetsen aan je groepje.

4.  Is je hele groepje klaar? Dan pak je je wisbordje en ga je elkaar je gekozen woord of zin toetsen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De keeper staat in het doel.

Slide 8 - Slide

Wij downloaden veel games op onze computer.

Slide 9 - Slide

Eindelijk mag ik naar het volgende level.

Slide 10 - Slide

De baby in de wieg huilt vaak.

Slide 11 - Slide

De kids spelen in het weekend met elkaar.

Slide 12 - Slide

Cool, er staat een nieuwe film online!

Slide 13 - Slide

Het team heeft een goede keeper.

Slide 14 - Slide

In het magazine staat een vrouw met een racket in haar hand. 

Slide 15 - Slide

De manager van het bedrijf is een strenge man.

Slide 16 - Slide