Les 2 - leesdossier, bijvoeglijk naamwoord

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre A
un ordinateur
pas de portable!
le manuel
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre A
un ordinateur
pas de portable!
le manuel

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui, on va:
  •  Contrôle: leesdossiers
  • Continuer: ex. 11 Unité 1

Slide 2 - Slide

Est-ce qu'on va...
...écouter la prof? 
...travailler en silence?
... ou travailler ensemble?

Slide 3 - Slide

On va...
...écouter la prof! 

Slide 4 - Slide

Contrôle:
Als ik je draai, kom je naar voren met je leesboek.
Ik bekijk je dossier, leg uit waarom ik het wel of niet voldoende vind en ik stel een paar vragen over het boek.


Slide 5 - Slide

On va...
...travailler en silence.

Slide 6 - Slide

 Ex. 11B-1 - En étapes (p. 16)
Jullie zoeken paragraaf 3.2 en 3.3 op in jullie manuel. Iemand mag voorlezen wat daar staat. 

a un petit frère
b une petite soeur
c deux petits frères
En nu de rest zelf!  Heel snel! 
timer
0:45

Slide 7 - Slide

Ex. 11B-2 - En étapes (p. 16)
We kijken nog een keer naar de zinnen van 11A: 
1. Nous avons une jolie maison.      m ev | m mv | v ev | v mv     
2. Les cheveux sont blonds.           m ev | m mv | v ev | v mv   
3. C'est une belle plage.                  m ev | m mv | v ev | v mv


Slide 8 - Slide

Ex. 11B-2 - En étapes (p. 16)
We kijken nog een keer naar de zinnen van 11A: 
1. Nous avons une jolie maison.     van joli: regelmatig!
2. Les cheveux sont blonds.           van blond: regelmatig!   
3. C'est une belle plage.                   van beau: onregelmatig!

Nu jullie de rest! Schrijf zo nodig de m ev - vorm erbij! 



timer
0:45

Slide 9 - Slide

Ex. 11B-2 - En étapes (p. 16)
4. Ce livre est difficile. van difficile: regelmatig (je gaat geen -e weghalen)
5. Je donne des informations personnelles.     van personel: onregelmatig; -el --> -elle 
6. Elle a deux grands frères.    van grand: regelmatig      
7. C'est une nouvelle école.      van nouveau: onregelmatig!
8. Je vois mes vieux amis.           van vieux: onregelmatig!

Schrijf over wat je niet had! Verbeter! 

Slide 10 - Slide

Ex. 11B-3 - En étapes (p. 16)
Iemand zoekt paragraaf 3.4 even op en leest voor wat daar staat.

a. un beau / bel pull
b. un beau / bel ordinateur
c. une bel / belle occasion

Slide 11 - Slide

Ex. 11B-3 - En étapes (p. 16)
Iemand zoekt paragraaf 3.4 even op en leest voor wat daar staat.

a. un beau pull
b. un bel ordinateur
c. une belle occasion

Nu de rest zelf - heel snel! 
timer
0:45

Slide 12 - Slide

Ex. 11B-3 - En étapes (p. 16)
d. deux beaux appartements
e. un nouveau livre
f. un nouvel hôtel
g. une vieille école
h. les vieux élèves 

Verbeter! 

Slide 13 - Slide

Ex. 11B-4 - En étapes (p. 16)
M ev
V ev
M mv
V mv
a. zwart
noir
b. sportief
sportifs
c. mooi
belles

Slide 14 - Slide

Ex. 11B-4 - En étapes (p. 16)
M ev
V ev
M mv
V mv
a. zwart
noir
noire
noirs
noires
b. sportief
sportif
sportive
sportifs
sportives
c. mooi
beau (bel)
belle
beaux
belles

Slide 15 - Slide

Ex. 11B-5 - En étapes (p. 17)
Iemand zoekt paragraaf 3.5 uit de Manuel en leest voor wat daar staat. 
Houd de lijst ernaast en doe deze drie nu snel zelf! 

a. een dikke meneer
b. een sportieve leraar
c. een betere school

timer
1:00

Slide 16 - Slide

Ex. 11C (p. 17)
1. drie grote huizen                   trois ...................... maisons ...................
2. een nieuwe plaats                 un ........................... endroit ....................
3. twee Europese landen         deux ....................... pays .........................


Slide 17 - Slide

Ex. 11B-5 - En étapes (p. 17)
Iemand zoekt paragraaf 3.5 uit de Manuel en leest voor wat daar staat. 
Houd de lijst ernaast en doe deze drie nu snel zelf! 

a. un gros monsieur
b. un prof sportif
c. une meilleure école           Verbeter! Schrijf mee! 

Slide 18 - Slide

Ex. 11C (p. 17)
1. drie grote huizen                   trois grandes maisons ...................
2. een nieuwe plaats                 un nouvel endroit ....................
3. twee Europese landen         deux ....................... pays européens

En nu de rest zelf! In stilte - 2 minuten. 
timer
2:00

Slide 19 - Slide

Ex. 11C (p. 17)
4. une ................... équipe nationale
5. trois jeunes moniteurs ..........................
6. quelques vieux amis ............................
7. deux .......................... livres anglais
8. des ............................. devoirs difficiles

Verbeter! Schrijf mee!

Slide 20 - Slide

Ex. 11D (p. 17)
1. rencontrer - nouveau - ami - pendant les vacances
J'ai ...........................................................................................................

Slide 21 - Slide

Ex. 11D (p. 17)
1. rencontrer - nouveau - ami - pendant les vacances
J'ai rencontré un nouvel ami pendant les vacances
of: J'ai rencontré de nouveaux amis pendant les vacances

Nu zelf de andere twee zinnen! Denk aan de woordvolgorde!
timer
3:00

Slide 22 - Slide

Ex. 11D (p. 17)
2. Marc a vu une jolie fille blonde dans le hall. 
3. Mon oncle a fait deux voyages intéressants au Maroc. 

Slide 23 - Slide

Merci et à la prochaine! 
Et n'oubliez pas les devoirs: 

Afmaken: Unité 1 ex. 11
Leren/herhalen: basiswoordenlijst 2 (bijvoeglijk naamwoorden)


Slide 24 - Slide