Rekenen 2.3 en 2.4

1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoeveel procent is het?
Bij economie moet je vaak percentages uitrekenen. Bijvoorbeeld om een korting in procenten uit te rekenen of het rentepercentage op een lening. Van een totaal bedrag of aantal moet je dan een gedeelte in procenten uitdrukken. Hieronder zie je hoe dat moet.

De normale prijs van een tas is € 75. Je krijgt € 30 korting. Hoeveel procent is dat? 

Percentage = gevraagd aantal : totaal x 100% 


Slide 2 - Slide

Hoeveel procent is het?
Bij economie moet je vaak percentages uitrekenen. Bijvoorbeeld om een korting in procenten uit te rekenen of het rentepercentage op een lening. Van een totaal bedrag of aantal moet je dan een gedeelte in procenten uitdrukken. Hieronder zie je hoe dat moet.

De normale prijs van een tas is € 75. Je krijgt € 30 korting. Hoeveel procent is dat? 

Percentage = gevraagd aantal : totaal x 100% 
€ 30 : € 175 x 100% = 40%

Slide 3 - Slide

Hoeveel procent is het?
Bij economie moet je vaak percentages uitrekenen. Bijvoorbeeld om een korting in procenten uit te rekenen of het rentepercentage op een lening. Van een totaal bedrag of aantal moet je dan een gedeelte in procenten uitdrukken. Hieronder zie je hoe dat moet.

De normale prijs van een tas is € 75. Je krijgt € 30 korting. Hoeveel procent is dat? 

Percentage = gevraagd aantal : totaal x 100% 
€ 30 : € 175 x 100% = 40%
Of met een verhoudingstabel:
Aantal of bedrag
€ 75
€ 1
€ 30
Percentage
100%
40%
: 75
x 30
: 75
x 30

Slide 4 - Slide

De normale prijs van een fiets is € 750. Je krijgt € 150 korting. Hoeveel procent is dat?
A
25%
B
15%
C
18%
D
20%

Slide 5 - Quiz

Hoeveel procent is het?
De normale prijs van een fiets is € 750. Je krijgt € 150 korting. 
Hoeveel procent is dat?

150 : 750 x 100% = 20%









Aantal of bedrag
750
1
€ 150
Percentage
100%
20 %
: 750
x 150
x 150
: 750

Slide 6 - Slide

Je leent € 250. In totaal betaal je € 275 terug voor deze lening.
Welk bedrag heb je als aflossing van de lening betaald?

Slide 7 - Open question

Je leent € 250. In totaal betaal je € 275 terug voor deze lening.
Welk bedrag heb je aan rente betaald voor deze lening?

Slide 8 - Open question

Je leent € 250. In totaal betaal je € 275 terug voor deze lening.
Bereken hoeveel procent de rente is van het geleende bedrag.

Slide 9 - Open question

Je leent € 800. In totaal betaal je € 850 terug aan de bank. Bereken het percentage van de rente die je over het geleende bedrag betaalt
A
5,88 %
B
94,12 %
C
5 %
D
6,25 %

Slide 10 - Quiz

Je sluit een lening af van € 8.000. Je wilt deze terugbetalen in 3 jaar. Hoe hoog is de maandtermijn?

Slide 11 - Open question

Je sluit een lening af van € 8.000. Je wilt deze terugbetalen in 3 jaar. Hoeveel betaal je in totaal terug in 36 maanden?

Slide 12 - Open question

Je sluit een lening af van € 8.000. Je wilt deze terugbetalen in 3 jaar.
Bereken het bedrag dat je na 36 maanden aan rente hebt betaald

Slide 13 - Open question