3.1 Stad en platteland

Stad en platteland
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Stad en platteland

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
(12) de demografische groei- en krimp regio's van Nederland
        beschrijven en verklaren;

(13) de (on)gewenste gevolgen van deze veranderingen
        vanuit verschillende dimensies benoemen;

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Benodigde voorkennis 
Je kent de provincies van Nederland;
Je kent de verschillen tussen een
                 stad en dorp;
Je kent de Randstad;
Je kent de oorzaken van bevolkingsgroei
                en bevolkingskrimp; 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Stad
Vier functies van een stad
1. Wonen
2. Werken
3. Recreëren
4. Verkeer

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Bestuderen 3..1, maken opdracht 1 en 3 hier
4 t/m 7

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Stad en platteland

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verstedelijking Nederland
Urbanisatie graad?
Urbanisatie tempo?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stedelijke netwerken
Samenwerkingsverbanden tussen verschillende steden.

Waarom belangrijk?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat zegt dit kaartje over het grondgebruik in Nederland?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke informatie haal je ook alweer uit deze grafiek?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Van stad naar stadsgewest

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Agglomeratie en stedelijk gebied

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Groei- en krimpgebieden
Gevolgen:

Demografisch?
Sociaal-cultureel?
Economisch?
Politiek?
Ecologisch?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Krimp komt vooral in het zuiden van het land voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Het grootste deel van de bevolking woont in het Westen.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De belangrijkste stad van een agglomeratie wordt de centrale stad genoemd.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Om de mate van verstedelijking te weten, wordt de bevolkingsdichtheid gebruikt.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Bevolkingskrimp heeft altijd tot gevolg dat er minder huishoudens zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

De sterke verandering van de gezinssamenstellingen betekent dat er een wijziging in het woonbeleid moet komen.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke stad hoort er niet bij de Randstad?
A
Amsterdam
B
Haarlem
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

De groei in de steden wordt alleen veroorzaakt door hoge geboortecijfers.
A
niet waar
B
waar

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Noord-Groningen is een van de krimpgebieden van Nederland
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Afsluitende foto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 25 - Slide

Beschrijving van de afsluitende foto

Congestie in Milaan
Maak opdracht 2 van §3.1

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions