V&A H6 Les 3 Valutamarkt en herhaling Arbeid en Vermogen

1 / 38
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vraag arbeid
Aanbod arbeid
Werknemers
Werkgevers
Qv
Qa

Slide 2 - Drag question

2

Slide 3 - Video

00:36
Bedrijf dat personeel zoekt op de arbeidsmarkt is ... naar arbeid
A
Vraag
B
Aanbod
C
Evenwicht

Slide 4 - Quiz

01:11
Als de vraag naar arbeid toeneemt, aanbod blijft hetzelfde. Dan ... het loon
A
Daalt
B
Stijgt
C
Gebeurt er niets met

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Een werkloze zoekt werk
Een kapperszaak zoekt een medewerker
Aanbod van arbeid 
Geen aanbod van arbeid

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Loonelasticiteit van de arbeidsvraag is ...
A
Negatief, als L stijgt dan daalt Qv
B
Negatief, als L stijgt dan stijgt Qv
C
Positief, als L stijgt dan daalt Qv
D
Positief, als L stijgt dan stijgt Qv

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Waarom wordt er bij een hypotheek met een rentevaste periode van 20 jaar een hogere rente gevraagd dan bij een periode van 5 jaar?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

i=%/100

Slide 18 - Slide

Eindwaarde = K * (1+i)^t
Contante waarde = E * (1+i)^-t 
OF = E/ (1+i)^t

 i = %/100 dus bijvoorbeeld 2% --> i = 2/100 = 0,02

Slide 19 - Slide

Je zet €1565 op je rekening omdat je over 5 jaar een reis wil maken. Er wordt 2,5% rente per jaar vergoed, bereken de eindwaarde na 5 jaar.

Slide 20 - Open question

Hoeveel moet je nu op je rekening zetten om over 3 jaar €3400 op je rekening te hebben staan als er 1,7% rente wordt vergoed?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Als de rente daalt...
A
Gaan mensen minder besteden, meer sparen
B
Gaan mensen meer besteden, minder sparen
C
Gaan mensen meer beleggen
D
Gaan mensen meer besteden & meer sparen

Slide 23 - Quiz

Spaarrente nu vaak onder de 1%, doel is..
A
Mensen meer laten sparen
B
Bestedingen afremmen, economie laten groeien
C
Bestedingen aanmoedigen, economie laten groeien
D
Economische groei verkleinen

Slide 24 - Quiz

Vermogensrendementheffing daalt, wat gebeurt er met vraag of aanbod van vermogen
A
vraaglijn, links
B
vraaglijn, rechts
C
aanbodlijn, links
D
aanbodlijn, rechts

Slide 25 - Quiz

Ondernemingsklimaat sterk verbeterd
A
vraaglijn, links
B
vraaglijn, rechts
C
aanbodlijn, links
D
aanbodlijn, rechts

Slide 26 - Quiz

Gekort op sociale zekerheid, men wordt spaarzamer. De tijdsvoorkeur wordt lager.
A
vraaglijn, links
B
vraaglijn, rechts
C
aanbodlijn, links
D
aanbodlijn, rechts

Slide 27 - Quiz

Inflatieverwachting neemt toe
A
vraaglijn, links
B
vraaglijn, rechts
C
aanbodlijn, links
D
aanbodlijn, rechts

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

0

Slide 32 - Video

Qv €
Qa €
Export EU naar USA
Import USA naar EU
Beleggers uit USA in beleggen € 

Slide 33 - Drag question

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide