Units 1 + 2

Units 1 + 2

1 / 40
next
Slide 1: Slide
engMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Units 1 + 2

Slide 1 - Slide

Are you ready?!

Today, we're testing:

Grammar from Units 1 + 2

Words & Sentences from Unit 2


Good luck! :)

Slide 2 - Slide

Round 1: Words & Sentences

Slide 3 - Slide

Vertaal:
delen

Slide 4 - Open question

Vertaal:
sound

Slide 5 - Open question

Vertaal:
zonder

Slide 6 - Open question

Vertaal:
skip (to)

Slide 7 - Open question

Vertaal:
morgen

Slide 8 - Open question

Vertaal:
tonight

Slide 9 - Open question

Vertaal:
Wanneer is het?

Slide 10 - Open question

Vertaal:
Ik zou heel graag met je mee gaan.

Slide 11 - Open question

Vertaal:
We gaan met de bus.

Slide 12 - Open question

Vertaal:
Ik hoop dat je dan geen plannen hebt.

Slide 13 - Open question

Round 2: Grammar!

Slide 14 - Slide

Do you see _____ kids over there?
A
these
B
this
C
that
D
those

Slide 15 - Quiz

I mean _____ book, right here.
A
these
B
this
C
that
D
those

Slide 16 - Quiz

_____ apples here are yummy.
A
these
B
this
C
that
D
those

Slide 17 - Quiz

We like _____ school.
A
my
B
your
C
our
D
we

Slide 18 - Quiz

Hey, that is _____ pen.
Give it back to me!
A
my
B
your
C
our
D
me

Slide 19 - Quiz

This is my little sister.
_____ is very small.
A
I
B
they
C
she
D
you

Slide 20 - Quiz

Vertaal:
Je kunt gaan.

Slide 21 - Open question

Vertaal:
Kan ik helpen?

Slide 22 - Open question

Vertaal:
Zij kunnen niet zingen.
(lang/voluit)

Slide 23 - Open question

Vertaal:
Wij gaan dat doen. (van plan zijn)
(voluit)

Slide 24 - Open question

Vertaal:
Gaan wij ons dit herinneren?
(van plan zijn)

Slide 25 - Open question

Vertaal:
Zij gaan niet dansen. (van plan zijn)
(voluit)

Slide 26 - Open question

Schrijf voluit in het Engels:
maandag 04-12

Slide 27 - Open question

Schrijf voluit in het Engels:
donderdag 25-01

Slide 28 - Open question

Schijf voluit in het Engels:
Het is woensdag 11-04.

Slide 29 - Open question

Wat is het meervoud van:
sound

Slide 30 - Open question

Wat is het meervoud van:
tomato

Slide 31 - Open question

Wat is het meervoud van:
baby

Slide 32 - Open question

Wat is het meervoud van:
man

Slide 33 - Open question

Wat is het meervoud van:
bird

Slide 34 - Open question

Wat is het meervoud van:
tooth

Slide 35 - Open question

Vertaal:
Wij hebben benen.
(voluit)

Slide 36 - Open question

HAVE GOT - Vertaal:
Peter heeft geen zus.
(voluit)

Slide 37 - Open question

HAVE GOT - Vertaal:
Hebben je ouders een auto?

Slide 38 - Open question

The End!

Slide 39 - Slide

Wat vind je nog moeilijk?
Wil je nog ergens extra hulp bij / uitleg over?

Slide 40 - Open question