Unit 2: Dates and Times (KORT)

Unit 2: Dates and Times



                                 Let's see if you know how this works! :)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
engMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Unit 2: Dates and Times



                                 Let's see if you know how this works! :)

Slide 1 - Slide


                                    Round 1: Time

Slide 2 - Slide

Welk voorzetsel gebruiken we in het Engels om tijd aan te geven?
(om 10:30 = ....... 10:30?)
A
on
B
in
C
of
D
at

Slide 3 - Quiz

Vertaal naar het Engels:
17:36

Slide 4 - Open question

Vertaal naar het Engels:
14:04

Slide 5 - Open question

Vertaal naar het Engels:
08:30

Slide 6 - Open question

Vertaal naar het Engels:
10:15

Slide 7 - Open question

Vertaal naar het Engels:
12:45

Slide 8 - Open question

Vertaal naar het Engels:
18:17

Slide 9 - Open question


                                    Round 2: Dates

Slide 10 - Slide

Hoe schrijf je 14-09 in het Engels?
A
14 September
B
14th September
C
14 september
D
September 14th

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je 04-04 in het Engels?
A
April the fourth
B
Four of April
C
the fourth of April
D
April fourth

Slide 12 - Quiz

Hoe schrijf je 31-10 in het Engels?
A
thirty-first October
B
the thirty-first of October
C
October thirty-one
D
October the thirty-first

Slide 13 - Quiz

Vertaal en schrijf voluit:
24-12

Slide 14 - Open question

Vertaal en schrijf voluit:
02-05

Slide 15 - Open question

Vertaal en schrijf voluit:
13-04

Slide 16 - Open question

Vertaal en schrijf voluit:
woensdag 24-02

Slide 17 - Open question

Vertaal en schrijf voluit:
zaterdag 09-07

Slide 18 - Open question

Vertaal en schrijf voluit:
donderdag 04-01

Slide 19 - Open question

The end!
Nou, nog twee vraagjes dan...

Slide 20 - Slide

Even checken!
Snap je noghoe het zit met de tijden in het Engels?
A
Ja! :)
B
Nee... :(

Slide 21 - Quiz

Snap je nog hoe het zit met het opschrijven van datums in het Engels?
A
Ja! :)
B
Nee... :(

Slide 22 - Quiz