Werkwoordspelling - 2F

WELKOM!
Afspraken:
- Je hebt je jas uit en je tas is van tafel.
- We eten niet in de klas.
- Telefoon (en evt. oortjes) gaat in je tas.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WELKOM!
Afspraken:
- Je hebt je jas uit en je tas is van tafel.
- We eten niet in de klas.
- Telefoon (en evt. oortjes) gaat in je tas.

Slide 1 - Slide

VRAAG:
  • WILLEN JULLIE JE EXAMEN SCHRIJVEN      HALEN?
  • 217AK: 9 van de 11 ingeleverd
  • 217BK: 3 van de 13 ingeleverd

Slide 2 - Slide

217AK Wat gaan we vandaag doen?
  1. Opdracht schrijven:versturen via de mail!
  2. VIA Starttaal Online: werkwoordspelling
    Moïse en Solange -> deeltoets
    Valerie, Joëlle, Laureen, Shamso, Dyahnaisa, Shanella, Sem, Bo, Sarah.

Slide 3 - Slide

217BK Wat gaan we vandaag doen?
  1. Opdracht schrijven: versturen via de mail.
  2. VIA Starttaal Online: werkwoordspelling
    Julia, Joëlle, Jamie, Nytha, Max, Mina, Priscilla, Chamara. 

Slide 4 - Slide

HUISWERK
  1. Brief inleveren vóór 27 maart
  2. Werkwoordspelling online is af!

Slide 5 - Slide

1. STAM

Enkelvoud ik-vorm of jij erachter:

schrijf alleen de stam


ik loop

ik fiets

ik praat

ik vind

loop jij

fiets jij

praat jij

vind jij

Slide 6 - Slide

2. STAM + T

Enkelvoud andere vormen:

schrijf de stam + t


jij loopt

hij fietst

zij praat

Fred vindt

Slide 7 - Slide

3. HELE WERKWOORD

Meervoud:

schrijf het hele werkwoord


wij lopen

zij fietsen

jullie praten

Fred en Laurien vinden

Slide 8 - Slide

PERSOONSVORM

in de

VERLEDEN TIJD

Slide 9 - Slide

ZWAKKE en STERKE

WERKWOORDEN


Wat is het verschil?

Slide 10 - Slide

STERKE

werkwoorden


Hebben de KRACHT om in de verleden tijd van klank te veranderen.

Slide 11 - Slide

REGELS VERLEDEN TIJD

bij sterke werkwoorden


In het enkelvoud: schrijf op zoals het klinkt


In het meervoud: schrijf op zoals het klinkt

Slide 12 - Slide

VOORBEELD

STERKE WERKWOORDEN


kopen : ik koop - ik kocht

lopen : ik loop - ik liep

geven : wij geven - wij gaven

kruipen : zij kruipen - zij kropen

Slide 13 - Slide

ZWAKKE

werkwoorden


De klank blijft in de verleden tijd hetzelfde.

Slide 14 - Slide

REGELS VERLEDEN TIJD

bij zwakke werkwoorden


In het enkelvoud: stam + te / stam + de


In het meervoud: stam + ten / stam + den

Slide 15 - Slide

REGELS VERLEDEN TIJD

bij zwakke werkwoorden


- Vaak hoor je of je stam + te(n) of stam + de(n)

moet gebruiken

- Gebruik een ezelsbruggetje als je

het niet (zeker) weet

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide


Gisteren ............(bereiden) Marianne een heerlijke vegetarische maaltijd.
A
bereide
B
bereidde
C
bereiden
D
bereidden

Slide 19 - Quiz


Jij .....(vergissen) je toen toch ook weleens?
A
vergisste
B
vergissde
C
vergiste
D
vergisde

Slide 20 - Quiz

Een aantal jaren geleden ..... (kamperen) wij op Schiermonnikoog.
A
kampeerden
B
kampeerten
C
kampeerde
D
kampeerte

Slide 21 - Quiz

Radu .......... (barsten) in tranen uit, toen hij het nieuws hoorde.
A
barste
B
barstte
C
barsde
D
barsdde

Slide 22 - Quiz

Vroeger ....... (proeven) ik geen onbekende groentes.
A
proefde
B
proefte
C
proevde
D
proevte

Slide 23 - Quiz

Het heeft vannacht erg hard
........ (vriezen).
A
gevriezd
B
gevriezt
C
gevroren
D
proevte

Slide 24 - Quiz

Mijn opa ........ (fluiten) vroeger altijd hetzelfde deuntje.
A
fluitte
B
fluitde
C
fluite
D
floot

Slide 25 - Quiz

(Branden) ........ je broer ook altijd zijn vingers bij het barbecueën?
A
Brande
B
Brandde
C
Brandt
D
Brand

Slide 26 - Quiz

Waarom ......... (beantwoorden) jij de vraag van de docent niet?

Slide 27 - Open question

Gisteren hebben zij het hele
hek ..............(verven).

Slide 28 - Open question

Vorige week hebben we lekker (zwemmen).

Slide 29 - Open question

BELANGRIJK!!!
- VIA Starttaal online en taaldossier MOETEN
af zijn! 
- Voorwaarden aan deelname examen Gesprekken...

Slide 30 - Slide