This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
3.2 Overeenkomst en verwantschap
Vandaag:
(Herhaling) 3.2 Overeenkomst en verwantschap
(3.3 Dieren)
Slide 1 - Slide
3.2 Overeenkomst en verwantschap
Slide 2 - Slide
Carl Linnaeus - 1753
Slide 3 - Slide
A
Zelfde soort
B
Niet dezelfde soort
Slide 4 - Quiz
A
Zelfde soort
B
Niet dezelfde soort
Slide 5 - Quiz
Soort
Dieren behoren tot dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten én de nakomelingen vruchtbaar zijn
Slide 6 - Slide
A
Zelfde soort
B
Niet dezelfde soort
Slide 7 - Quiz
A
Zelfde soort
B
Niet dezelfde soort
Slide 8 - Quiz
A
Zelfde soort
B
Niet dezelfde soort
Slide 9 - Quiz
Ras
Een soort kan uit verschillende rassen bestaan. Alle hondenrassen behoren tot de soort 'hond'
Slide 10 - Slide
Een zangkanarie en een gekuifde kanarie krijgen vruchtbare nakomelingen. Behoren deze twee kanaries tot dezelfde soort? Leg uit.
Slide 11 - Slide
Bildstar en het bintje zijn twee aardappelrassen. Als je beide aardappelrassen kruist, krijg je dan vruchtbare nakomelingen? Leg uit.
Slide 12 - Slide
Paarden en ezels kunnen samen nakomelingen krijgen: een muilezel. Muilezels zijn bijna altijd onvruchtbaar. Zijn paarden en ezels dezelfde soort? Geef een argument voor en een argument tegen.
Slide 13 - Slide
Wat is evolutie?
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Evolutie
De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Hoe "ontstaat" evolutie?
Variatie = kleine verschillen binnen dezelfde soort
Selectie = de omgeving is gunstiger voor sommige organismen binnen dezelfde soort
Slide 18 - Slide
Verwantschap
Hoe langer geleden twee soorten zijn ontstaan uit een gemeenschappelijke voorouder, hoe minder verwant ze zijn
Hoe meer verwant soorten zijn, hoe meer overeenkomsten hun DNA heeft