Paragraaf 5.1 Jezelf

Wat gaan we doen?
 
  •  Begrippen bekijken blz. 6 t/m 9
  • Leerdoelen deze les
  •  Paragraaf 5.1 'Jezelf'
  • Huiswerk opgeven
1 / 12
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
 
  •  Begrippen bekijken blz. 6 t/m 9
  • Leerdoelen deze les
  •  Paragraaf 5.1 'Jezelf'
  • Huiswerk opgeven

Slide 1 - Slide


  • Menora
  • Tora
  • Chanoekia
  • Kruis
  • bermmonument
  • halal
  • haram


Slide 2 - Slide

5.1   Jezelf

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan het verschil tussen hun ‘buitenkant’ en ‘binnenkant’ omschrijven.

  •  Je denkt na over jouw kwaliteiten en weet er drie te noemen

Slide 4 - Slide

Op welk soort Sociale Media zitten jullie?

Slide 5 - Mind map

Social Media
Als je op social media wilt moet je een profiel over jezelf aanmaken. Je moet een aantal vragen invullen over wie je bent en vaak moet je ook een foto er aan toe voegen zodat mensen je ook kunnen zien. 

Slide 6 - Slide

Opdracht.
Bekijk allemaal bron 1 t/m 4, we lezen ze samen even door. Laat na elke bron de leerlingen  even nadenken wat voor persoon het kan zijn.   

- Zou je er mee bevriend kunnen zijn en waarom wel of niet?    
- Hoe zouden deze mensen eruit zien?

Slide 7 - Slide

Opdracht
  • Iedereen papier. 
  • Maak een eigen profiel (zet je naam er wel boven).  
  • Heb je dit klaar, dubbelvouwen en inleveren bij de docent.  
  • Niemand anders ziet jou profiel. 
  • Ik lees een aantal profielen voor, de rest van de klas gaat raden wie het zou kunnen zijn.  

Slide 8 - Slide

Uitleg van kwaliteiten
Betrouwbaar = andere mensen kunnen op je rekenen en je doet wat je zegt 
 Rustig = dat je op je beurt kunt wachten en dat je meestal kalm blijft
Behulpzaam = dat je andere mensen (graag) helpt en zelf ziet als een ander wat hulp kan gebruiken
Precies = dat je netjes en nauwkeurig werkt en dat je een hekel hebt aan chaos
Grappig = dat andere mensen om je kunnen lachen, zonder dat je daar andere mensen kwaad mee doet
Bescheiden = dat je liever andere mensen voor laat gaan en zelf niet in de schijnwerpers hoeft te staan
Enthousiast = dat je veel zin hebt om dingen te ondernemen en dat je die dingen met veel plezier doet.
Bedachtzaam = dat je eerst nadenkt voordat je iets doet en dat je in het algemeen wel veel over dingen nadenkt
Spontaan = dat je snel reageert, vaak vanuit je directe gevoel
Flexibel = dat je je makkelijk en snel aanpast als er onverwacht iets verandert
Stabiel = dat je een gelijkmatig humeur hebt, mensen weten wat ze aan je hebben
Kritisch = dat je je niet laat leiden door wat anderen denken, maar dat je zelf kiest voor wat je doet of laat
Zelfverzekerd = dat je veel vertrouwen hebt in wat je kunt en wie je bent
Moedig = dat je gevaarlijke dingen durft te ondernemen, dat je iets durft te zeggen (ook als dat moeilijk is)
Makkelijk = dat je het geen probleem vindt om anderen te volgen, of iets te doen waar je eigenlijk niet zo’n zin in hebt.

Slide 9 - Slide

Hoe kan het dat sommige personen meteen worden geraden en andere zijn wat lastiger?

Slide 10 - Open question

Lees bron 5
Wie herkent zich in dit meisje? 

Slide 11 - Slide

Opdracht
Maak opdracht 26 met degene die naast je zit.

Slide 12 - Slide