20.1 Veredelen

H20 Planten
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H20 Planten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Bestuiving door insecten
Bestuiving door de wind

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
20.1 Veredelen

Slide 7 - Slide

Doel 20.1
Je leert een aantal aspecten van het veredelingsproces

Slide 8 - Slide

20.1 Veredelen
selecteren
kruisen

Slide 9 - Slide

Klassieke veredeling
Klassieke veredeling: planten met gunstige eigenschappen worden met elkaar gekruist en de eigenschappen van de nakomelingen worden bekeken – hopelijk beter dan de ouderplanten.

Slide 10 - Slide

Moderne veredeling
Met behulp van colchicine – verdubbeling DNA.
Vorming van trekdraden wordt verhinderd tijdens de mitose (non-disjunctie). Een cel met de dubbele hoeveelheid DNA ontstaat (tetraploïde cel). Die cel opkweken tot een plant.
Effect wisselt per soort


Slide 11 - Slide

Moderne veredeling
Genetische modificatie
Cisgene planten – extra allelen van dezelfde soort
Transgene planten – allelen van een andere soort
Met behulp van agrobacteriën



Slide 12 - Slide

Agrobacterie
Bij normale infectie door agrobacterie wordt een plasmide door de bacterie in de plant gebracht, waarna een stukje van de plasmide (waarop de genen zitten die in de plant een ‘gezwel’ veroorzaken – het T-gebied) in het DNA van de gastheer wordt ingebouwd.




Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aangepaste plasmide
Met behulp van restrictie enzymen wordt er een stuk uit het plasmide geknipt en een nieuw stuk er in geplaatst. Gewenst gen (groen) plus markergen (rood) om te bepalen of de infectie gelukt is.





Slide 15 - Slide

Restrictie-enzymen
Knippen DNA op bepaalde plaatsen met een bijzondere nucleïne volgorde. ‘Sticky ends’ aan beide stukken DNA zorgen ervoor dat het in te bouwen gen in het plasmide DNA wordt gebouwd.






Slide 16 - Slide

Restrictie-enzymen
Gebruik je hetzelfde restrictie-
enzym bij de plasmide als bij het 
in te bouwen DNA dan passen de 
'sticky ends' aan elkaar.

Slide 17 - Slide

Infectie met nieuwe plasmide
Ongedifferentieerde plantencellen worden besmet met de bacterie met de gemuteerde plasmide.
Het T-stuk van de plasmide wordt ingebouwd in het planten DNA en daarmee het gen wat je wilt inbouwen plus het markergen.




Slide 18 - Slide

Infectie met nieuwe plasmide

Alleen gemuteerde plantencellen zijn bestand tegen antibiotica (markergen)
Vanuit weefselkweek ontstaan nieuwe, gemuteerde planten.


Slide 19 - Slide

Doel 20.1
Je hebt een aantal aspecten van het veredelingsproces geleerd 
BINAS 71M1 DNA techniek - gebruik van plasmiden

Slide 20 - Slide

Begrippen 20.1
klassiek veredelen, selecteren, kruisingen, geslachtelijke voortplanting, bestuiving, gameten, bevruchting, zaad, ongeslachtelijke voortplanting, genetisch identiek, fungiciden, sporen, resistentiegenen, genomics, DNA-marker, genetische modificatie, gmo-planten, transgene planten, cisgene planten, plasmiden, vector, markergen, weefselkweek, polyploid, hybriden, non-disjunctie, genoommutatie

Slide 21 - Slide

Genen beïnvloeden
Klassieke veredeling:
Planten/ dieren die een gunstige combinatie van allelen hebben selecteren en met elkaar kruisen (bij dieren heet dat fokken)

Genetische modificatie:
Een stukje DNA van een ander organisme inbrengen in het DNA van een organisme: transgene organismen.
Als er genen worden ingebouwd van hetzelfde soort: cisgene organismen.

Slide 22 - Slide

Genetische modificatie
Begrijpvraag: Waarvoor gebruik je eenzelfde enzym bij openknippen plasmide en knippen gen uit DNA donororganisme?

Slide 23 - Slide

Polyploïdie

  • vergroot opbrengst gewassen



Gebruik colchicine: spoelfiguur wordt afgebroken, chromatiden splitsen wel

hierdoor polyploïdie: veelvoud van het aantal chromosomen

Slide 24 - Slide

Polyploïdie

Slide 25 - Slide

Een bulldog en een terriër werden gekruist. De fokkers kozen uit de nakomelingen honden met bepaalde eigenschappen om mee verder te fokken.
Hoe noemen we het als dieren met een bepaalde eigenschap worden doorgefokt?
A
Ongeslachtelijke voortplanting
B
Kunstmatige selectie
C
Veredeling

Slide 26 - Quiz

Welk voorbeeld van
biotechnologie zie je
hiernaast?
A
Weefselkweek
B
Klonen
C
Polyploïdie
D
Recombinant-DNA-techniek

Slide 27 - Quiz

Video's
Basis bestuiving en bevruchting (voorkennis) (8min)
Veredelen (7 min)
Polyploïdie, GMO (recombinant DNA techniek), klonen (15 min)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video