1. De (on) geslachtelijke voortplanting bij zaadplanten en legt het effect uit op de de genetische variatie
2. De functie van sporen bij de vermeerdering van schimmels.
3. Genetische modificatie en de toepassing daarvan bij plantenveredeling.
H20 Planten
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Leerdoelen:
Je beschrijft:
1. De (on) geslachtelijke voortplanting bij zaadplanten en legt het effect uit op de de genetische variatie
2. De functie van sporen bij de vermeerdering van schimmels.
3. Genetische modificatie en de toepassing daarvan bij plantenveredeling.
H20 Planten
Slide 1 - Slide
Nu maken voorkennisvragen.
Huiswerk: Maak paragraaf 20.1 af.
Volgende les par 20.2
Slide 2 - Slide
Bestuiving door insecten
Bestuiving door de wind
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Voortplantingsorganen plant
Zelfbestuiving en kruisbestuiving
Slide 6 - Slide
Bij welke getallen is zelfbestuiving zichtbaar?
A
1, 4 en 7
B
2, 3 en 8
C
2, 3, 5 en 8
D
2, 3, 5, 6 en 8
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
20.1 Veredelen
selecteren
kruisen
Slide 10 - Slide
Genen beïnvloeden
Klassieke veredeling:
Planten/ dieren die een gunstige combinatie van allelen hebben selecteren en met elkaar kruisen (bij dieren heet dat fokken)
Genetische modificatie:
Een stukje DNA van een ander organisme inbrengen in het DNA van een organisme: transgene organismen.
Als er genen worden ingebouwd van hetzelfde soort: cisgene organismen.
Slide 11 - Slide
Restrictie-enzymen
Knippen DNA op bepaalde plaatsen met een bijzondere nucleïne volgorde. ‘Sticky ends’ aan beide stukken DNA zorgen ervoor dat het in te bouwen gen in het plasmide DNA wordt gebouwd.
Slide 12 - Slide
Genetische modificatie
binas 71 M
Slide 13 - Slide
Aangepaste plasmide
Met behulp van restrictie-enzymen wordt er een stuk uit het plasmide geknipt en een nieuw stuk er in geplaatst. Gewenst gen (groen) plus markergen (rood) om te bepalen of de infectie gelukt is.
Slide 14 - Slide
Recombinant DNA techniek
Cisgenese (zelfde soort)
Transgenese
GGO/GMO (Genetisch
gemodificeerd
organisme)
Slide 15 - Slide
Recombinant-DNA-technieken
Slide 16 - Slide
Waarvoor gebruik je eenzelfde enzym bij het open knippen van de plasmide en het knippen van een gen uit DNA van een donororganisme?
Slide 17 - Open question
Restrictie-enzymen
Gebruik je hetzelfde restrictie-
enzym bij de plasmide als bij het
in te bouwen DNA dan passen de
'sticky ends' aan elkaar.
Slide 18 - Slide
Polyploïdie
vergroot opbrengst gewassen
Gebruik colchicine: spoelfiguur wordt afgebroken, chromatiden splitsen wel
hierdoor polyploïdie: veelvoud van het aantal chromosomen
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Maïs is een belangrijk voedselgewas. Door jarenlange veredeling via kruising en selectie zijn de maiskolven steeds groter en voedzamer geworden. Een nadeel van deze veredelingsmethode is dat deze zeer veel tijd kost. Een ander nadeel is dat niet elk gewenst resultaat kan worden bereikt. Het verhogen van de weerstand tegen insectenvraat bleek bij maïsplanten via kruising en selectie niet te lukken. Hiervoor worden de volgende verklaringen bedacht: 1 Doordat maïsplanten door de wind worden bestoven, vindt overdracht van genen willekeurig plaats. 2 Een gen dat weerstand geeft tegen insectenvraat komt bij maïs van nature niet voor.
Welke verklaringen is/zijn juist?
A
geen van beide verklaringen
B
alleen verklaring 1
C
alleen verklaring 2
D
beide verklaringen
Slide 21 - Quiz
Welk voorbeeld van biotechnologie zie je hiernaast?
A
Weefselkweek
B
Klonen
C
Polyploïdie
D
Recombinant-DNA-techniek
Slide 22 - Quiz
Hoe heet het wanneer een veredelaar stuifmeel van de ene plant op de stempels van andere planten aanbrengt met een penseeltje?
A
Geen bestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Kruisbestuiving
D
Kruisen
Slide 23 - Quiz
Video's
Basis bestuiving en bevruchting (voorkennis) (8min)
Veredelen (7 min)
Polyploïdie, GMO (recombinant DNA techniek), klonen (15 min)