BERH: FORMATIEVE TOETS TH2 - 2.3 T/M 2.5

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

FORMATIEVE TOETS TH2 - 2.3 T/M 2.5

Wat is waar?

1. Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
2. Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
3. Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
4. Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Zowel dierlijke als plantaardige cellen hebben cytoplasma.

1. Waar
2. Niet waar

Een dierlijke cel heeft een celwand

1. Ja, altijd
2. Ja, soms
3. Nee, nooit

Wat drijft er in het celplasma van een plantaardige cel?

1. de celkern en bladgroenkorrels
2. alleen de celkern
3. alleen bladgroenkorrels
4. de celkern en bladgroenkorrels en de celwand

celmembraan

celwand

celkern

cytoplasma

Bladgroenkorrels

vacuole

Wat is de functie van elk onderdeel van een plantencel? 

Regelt alles wat er gebeurt in de cel

hierdoor is de cel stevig

Regelt welke stof de cel in en uit gaan

zorgt voor een stevige laag om de cel heen

Stroperige vloeistof, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels

Geeft de plant zijn groene kleur en maken voedingsstoffen 

celmembraan

cytoplasma

Vacuole

celwand

bladgroenkorrels

celkern

Wat is de functie van de vacuole? 

Sleep het juiste antwoord naar het vinkje

Stroperige vloeistof waarin alle celorganellen liggen

Bepaalt welke stoffen de cel in en uit mogen

Regelt wat er in de cel gebeurt

Met vocht gevuld blaasje dat stevigheid geeft aan de cel

- Dieren hebben veel verschillende ________

- Verschillende soorten cellen hebben een verschillende vorm omdat ze een verschillende  ________      hebben

-De __________   regelt alles wat er in de cel gebeurt.

-Een dierlijke cel bestaat voor een groot deel uit _____

-Om de cellen van dieren ligt een _________

functie

celmembraan 

celplasma

celkern 

cellen 

Celkern

Celplasma

Bladgroenkorrels

celmembraan

celwand 

Vacuole

De cellen van planten bestaan uit onderdelen. Welke functies hebben deze onderdelen van plantencellen? Sleep de juiste letter (A, B, C) naar het juiste onderdeel. (T1, 2p)

Celmembraan

Celwand

Celkern

Dit onderdeel regelt alles wat er in de cel gebeurt en bevat alle erfelijke eigenschappen van het organisme.

Dit onderdeel geeft stevigheid aan de cel.

Dit onderdeel regelt welke stoffen de cel in- en uitgaan.

Celmembraan

Celplasma

Chromosomen

Celkern

Waaruit bestaan chromosomen?

1. DNA
2. Weefsel
3. Cellen
4. Celkern

Wat is een chromosoom?

1. lange dunne draad DNA in de celkern
2. Eiwitten in de celkern
3. lange dunne draad DNA in de mitochondria
4. een ander woord voor celkern

Zit er in de kern van een cel in je teen,
informatie over wat je maag doet?

1. ja, in alle lichaamscellen ligt alle erfelijke informatie van een organisme opgeslagen
2. nee, in een lichaamscel ligt alleen de erfelijke informatie over een bepaalt lichaamsdeel opgeslagen.

Elke gewone lichaamscel bevat

1. 23 Chromosomen
2. 44 Chromosomen
3. 46 Chromosomen
4. 92 Chromosomen

Wat gebeurt er met de chromosomen aan het begin van de celdeling?

1. Blijft hetzelfde
2. Wordt gehalveerd
3. Wordt verdubbeld

Kan een dochtercel ook een moedercel zijn?

1. Ja, dochtercellen worden uiteindelijk ook moedercellen.
2. Nee, dochtercellen blijven altijd dochtercellen.