1BK 3.8 Spelling deel 3

1 basis 3.8 spelling les 3
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1 basis 3.8 spelling les 3

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
Je kunt sterke (en dus ook zwakke) werkwoorden herkennen
Je kunt de tijd veranderen van sterke en zwakke werkwoorden
Je kunt de zelfstandig naamwoorden uit een tekst veranderen naar meervoud óf enkelvoud
Je herkent wat er dan verandert
Wie weet heb je tijd om een stukje te lezen

Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Weet je nog?

Slide 4 - Slide

Een sterk werkwoord
A
verandert van klank als je de tijd verandert
B
bestaat alleen in de Nederlandse taal
C
eindigt bij een voltooide tijd nooit op -en
D
verandert nooit van klank

Slide 5 - Quiz

Welk van de werkwoorden is sterk?
A
huilen
B
fietsen
C
zitten
D
winkelen

Slide 6 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord zitten?
(Ik zit - ik zat - ik heb .....)

Slide 7 - Open question

Is zingen een sterk werkwoord?
Waarom wel of juist niet?

Slide 8 - Open question

Als ik je weer zie
Als ik de nacht bewonder
Besef ik dat ik altijd onder
Dezelfde hemel sta als jij
En ben je even heel dichtbij
'k hoef maar aan je te denken
Hoe je danst in de lente
Wat zou ik je graag bij je zijn

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Bekijk eerst de opdracht

Opdracht 1: onderstreep alle werkwoorden
Opdracht 2: onderstreep alle sterke werkwoorden
Opdracht 3: verander de tijd van alle sterke werkwoorden

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Kijk je eigen werk na!
Pas aan wat je nog niet helemaal goed had.

Is het liedje afgelopen?
Dan is iedereen klaar met nakijken

Slide 12 - Slide

       Onderstreep alle werkwoorden
Als ik de nacht bewonder
Besef ik dat ik altijd onder
Dezelfde hemel sta als jij
En ben je even heel dichtbij
'k Hoef maar aan je te denken
Hoe je danst in de lente
Wat zou ik graag bij je zijn

Slide 13 - Slide

    Onderstreep alle sterke werkwoorden
      Er is zoveel dat ik zeggen kan
Mijn homie, mijn vriend, mijn beste man
Tijd vliegt voorbij zonder pauzes
We zijn beiden veel te druk
Man ik hou van je
Want al  zit  ik soms fout
Je neemt me niks kwalijk
Een blik voor een miljoen verhalen
Elke sorry die is overbodig
Je bent daar als de nood het hoogst is

Slide 14 - Slide

Verander de tijd van alle sterke werkwoorden
Als ik je weer zie                                   zag
Stel dat ik je eerder zie                         zag
Ik zal je pakken, ik zal je smakken           zou
Ik til je op ga door het dak en ik           ging
Neem je mee                                           nam
Zelfs als ik je niet zie                              zag
Voelt het toch altijd met z’n twee                

Slide 15 - Slide

Wat vond je nog lastig?

Slide 16 - Open question

Wat ging supergoed?

Slide 17 - Open question

Wat er nu komt wist je ook al.....

Slide 18 - Slide

Zelfstandig naamwoorden
meervoud op -en
Let op: soms met je een extra letter schrijven
Soms moet je een letter weglaten
Soms moet je een letter veranderen
pan - pannen
muur - muren
neus - neuzen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Een opdracht bij je eigen boek
Op welke bladzijde was je gebleven? Neem die voor en maak de opdracht.
Zoek zelfstandig naamwoorden op die in meervoud eindigen op -en
Schrijf het enkelvoud én meervoud op
Schrijf ook op of en wat er verandert 
(extra letter, letter minder, andere letter)
Werk voor jezelf
Is de opdracht klaar? Lees dan verder in je boek!

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Doelen van deze les
Je kunt sterke (en dus ook zwakke) werkwoorden herkennen
Je kunt de tijd veranderen van sterke en zwakke werkwoorden
Je kunt de zelfstandig naamwoorden uit een tekst veranderen naar meervoud óf enkelvoud
Je herkent wat er dan verandert
Wie weet heb je tijd om een stukje te lezen

Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide