muziek

• Nederlands
• Middelbare school

Woensdag 10 september

1. eigen boek werken
2. woorden herhalen en oefenen voor dictee/woordbingo
3. spreekoefeningen/taalriedels/blad afmaken
4. zinnen maken/grammatica
5. thema muziek: stijlen en luisteroefening Disk en filmpjes
6. 17 miljoen mensen

Jazz

muziekstijlen

klassieke muziek

jazz muziek

rap muziek

house

pop muziek

rock 

https:

de supermarkt

de markt

de bibliotheek

de snackbar

het restaurant

het hotel

zinnen

Ik kijk naar een film in de bioscoop

De mensen gaan vrijdag naar de moskee

Zij gaan op zondag naar de kerk

Wij kopen een boek bij de boekhandel

wij lenen een boek bij de bibliotheek

Ik eet in het restaurant

Wij gaan een nachtje slapen in een hotel

veel    weinig

moeilijk          makkelijk

recht 

krom

vrolijk

verdrietig

bedroefd

ziek                   gezond

rond            vierkant

de druiven

de kiwi

de drop

de hagelslag

de boterham

de kruiden

de wortel

de mais

de worst

de yoghurt

0

het verkeersbord

• rechtdoor 
  

In Nederland zijn veel verkeersborden

de kruising

de snelweg

de straat

het plein

het park

de rotonde

de verkeerslichten

behoefte, aangenaam, genieten,  boeien-geboeid, 

een hekel hebben aan, duidelijk

1. Ik heb dat niet nodig, ik heb geen behoefte aan hulp

2. De stilte in het park is aangenaam

3. Zij is lekker aan het dansen, ze is aan het genieten

4. Die muziek vindt ik echt niets, ik heb er zelfs een hekel aan

5. Moet ik het nog eens uitleggen of is het duidelijk

6. Hij is geboeid door de muziek, hij hoort niets anders meer.

Het meisje houdt niet van ruzie
Ze heeft er een ......... aan

1. hakel
2. aangenaam
3. hekel
4. behoefte

genieten

1. leuk vinden
2. moeilijk vinden
3. makkelijk vinden
4. verdrietig vinden

De ............. flat.

1. hoge
2. hoog
3. hooge
4. hogge

1. de bus
2. de trein
3. de tram
4. de sprinter

Hij vindt de muziek .........................

Heb je een vraag of is het ..........?

Wat is het meervoud van 'druif'.

1. druifen
2. druiven

1. de supermarkt
2. de slagerij
3. de bakkerij
4. de snackbar

wat is dit?

1. de rotonde
2. de straat
3. de kruising
4. het fietspad

mooi- mooier- mooist

Deze jurk is mooier dan die blauwe.

Dit boek is dikker dan die van jou.

Mijn huis is hoger dan de schuur.

0