Thema 1 1.3 werken met de microscoop

Thema 1 
Organen en cellen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 1 
Organen en cellen

Slide 1 - Slide

Lesindeling
Lesopening
Nabespreken huiswerk
Uitleg practicum
Zelfstandig werken
Lesafsluiting

Slide 2 - Slide

Lesopening
Weefseldonatie: kan dat?

5 oefenvragen over de lesstof

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Geen een omschrijving van het begrip: orgaan

Slide 5 - Open question

Geen een omschrijving van het begrip: weefsel

Slide 6 - Open question

Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel

Slide 7 - Quiz

Je ziet hier een plaatje van een dierlijke cel.
Welk onderdeel heeft de dierlijke cel niet?
A
Celwand
B
Celkern
C
Celplasma
D
Celmembraan

Slide 8 - Quiz

Een bacterie is een organisme
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Nabespreken huiswerk
Maken in je werkboek thema 1 1.2 opdracht 4+5+6+7+8+9.
Leren begrippen 1.1 + 1.2.

Pak een andere kleur pen en verbeter je antwoorden!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Practicum: werken met de microscoop

Slide 17 - Slide

De microscoop

Slide 18 - Slide

Onderdelen Microscoop

Slide 19 - Slide

Bekijk de verschillende onderdelen en functies

Slide 20 - Slide

Bekijk de verschillende onderdelen en functies

Slide 21 - Slide

Preparaat
Het voorwerp dat je met de microscoop wilt bekijken, heet het preparaat. Je legt het preparaat op de tafel, midden boven de opening. Met de preparaatklemmen zet je het preparaat vast. 

Slide 22 - Slide

Diafragma
Onder de tafel zit het diafragma. Hiermee regel je de hoeveelheid licht (zie afbeelding). Het licht komt uit de lamp onder de tafel.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Soorten tekeningen

Slide 25 - Slide

Soorten tekeningen
Bij biologie maak je twee soorten tekeningen: natuurgetrouwe en schematische. In een natuurgetrouwe tekening geef je zo nauwkeurig mogelijk alle details weer (zie afbeelding 1.2). In een schematische tekening laat je de details weg en teken je alleen de belangrijkste kenmerken (zie afbeelding 1.3).

Slide 26 - Slide

Practicum

Slide 27 - Slide

Practicum
1. zelf een preparaat maken (tweetallen)
2. een schematische tekening maken
3. controleer of je de tekenregels hebt gevolgd
4. inleveren tekening
5. opruimen van je materialen

Slide 28 - Slide