H3 - T11 Voortplanting

Hormonale regeling
H3
Thema 11
Voortplanting
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hormonale regeling
H3
Thema 11
Voortplanting

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt het doel van hormonen beschrijven
  • Je kunt uitleggen hoe hormonen door het lichaam worden vervoerd
  • Je kunt beschrijven wat het nut en doel is van negatieve terugkoppeling
  • Je kunt beschrijven hoe geslachtelijke voortplanting bij de vrouw hormonaal geregeld is

Slide 2 - Slide

hormoonklier
bloed
doelwitorgaan
een orgaan dat een hormoon produceert en secreteert. Hormoon=signaalstof
een hormoon wordt ALTIJD afgegeven aan het bloed. Via het bloed wordt het hormoon vervoerd
het doelwitorgaan is opgebouwd uit cellen die specifiek reageren op het hormoon. Dit hormoon beïnvloedt zo de werking van dit orgaan

Slide 3 - Slide

hypothalamus
hypofyse
ovaria
testes
De hypothalamus is onderdeel van de hersenen en stuurt alle andere organen aan
mbv een hormoon zet de hypothalamus de hypofyse aan tot het aanmaken van hormonen
Deze hormonen sturen de geslachtsorganen aan en ook die maken weer hormonen.
De hormonen uit de geslachtsorganen zorgen voor secundaire geslachtskenmerken en productie van geslachtscellen.
De ontstane hormonen geven feedback aan de hypothalamus

Slide 4 - Slide

Hormonale regeling bij de man
GnRH
Gonadotropin releasing hormone
hormoonklier: hypothalamus
doelwitorgaan: hypofyse

hypothalamus
hypofyse
testes
GnRH
FSH
LH
FSH
Follikel stimulerend hormoon
hormoonklier: hypofyse
doelwitorgaan: teelballen

- stimuleren productie van zaadcellen
Testosteron
LH
Luteiniserend hormoon
hormoonklier: hypofyse
doelwitorgaan: teelballen

Testosteron
hormoonklier: teelballen
- stimuleren sec. gesl. kenmerken
- stimuleren spiergroei
- stimuleren libido
- negatieve terugkoppeling

Testosteron

Slide 5 - Slide

De vrouw  Baarmoederslijmvlies

Hiernaast zien we het baarmoeder-
slijmvlies samen met de eicel en het
follikel.

Slide 6 - Slide

Hormonale regeling bij de vrouw
GnRH
Gonadotropin releasing hormone
hormoonklier: hypothalamus
doelwitorgaan: hypofyse

hypothalamus
hypofyse
ovaria
GnRH
FSH
LH
FSH
Follikel stimulerend hormoon
hormoonklier: hypofyse
doelwitorgaan: ovaria

- rijp en groei follikel/eicel
ovulatie
ontwikkeling geel lichaam
oestrogeen

LH
Luteiniserend hormoon
hormoonklier: hypofyse
doelwitorgaan: ovaria

oestrogeen
aangroeien baarmoederslijmvlies
ontwikkeling sec. geslachtskenm

progesteron
verkliering baarmoederslijmvlies


oestradiol  
progesteron
progesteron

Slide 7 - Slide

Menstruatiecyclus
Gemiddeld 28 dagen
dag 1  = eerste dag van menstruatie
dag 14 = ovulatie (verschilt per vrouw)

dag 5 - 14: folliculaire fase
onder invloed van FSH rijpt follikel en eicel
oestrogeen wordt afgegeven: stimuleert diktegroei baarmoederslijmvlies

dag 14 - 28: luteale fase
onder invloed van LH-piek vindt ovulatie plaats
restant follikel --> geel lichaam (door LH)
baarmoederslijmvlies verkliert door progesteron

dag 1 - 4: menstruatie
geel lichaam vervalt: geen progesteron productie meer,
baarmoederslijmvlies wordt afgestoten

Slide 8 - Slide

Waar vindt dit proces plaats?
A
eileider
B
ovarium
C
testis
D
baarmoeder

Slide 9 - Quiz

In de afbeelding is een menstruatiecyclus weergegeven die 28 dagen duurt. De letters M, N, O en P geven bepaalde fasen in deze cyclus aan. Verder is de groei van het baarmoederslijmvlies weergegeven.

In welke van de fasen M, N, O en P is het in deze cyclus het geel lichaam aanwezig?
A
Fase M
B
Fase N
C
Fasen M en N
D
Fasen M, N, O en P

Slide 10 - Quiz

menstruatie
ovulatie
progesteron
oestrogeen
gele lichaam
eierstok
follikel

Slide 11 - Drag question

Rijpen nieuwe eicel
Eisprong
Eicel sterft
Rijpen nieuwe eicel
Menstruatie
Baarmoederslijmvlies wordt dikker
Menstruatie

Slide 12 - Drag question

In het diagram is de totale concentratie van de hormonen FSH + LH per etmaal in de urine van een vrouw weergegeven.

Er zijn drie perioden: P, Q, R en S. Tijdens welke periode is de concentratie oestradiol in het bloed het hoogst?

A
Periode P
B
Periode Q
C
Periode R
D
Periode S

Slide 13 - Quiz

Bij vrouwen treden veranderingen op van de lichaamstemperatuur in verband met de menstruatiecyclus. Bij de ovulatie stijgt de lichaamstemperatuur licht.
Hiernaast is de lichaamstemperatuur van een vrouw van 10 april tot 10 mei weergegeven.

Op welke dag in april of mei begon haar menstruatie?
A
23 april
B
7 mei
C
9 april
D
17 april

Slide 14 - Quiz

Als een stel niet zwanger kan worden, kunnen eicellen die buiten het lichaam zijn bevrucht ingebracht worden in de baarmoeder en zal zich innestelen in het baarmoederslijmvlies.

Welk hormoon zorgt er vervolgens voor dat het ingenestelde embryo niet met het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten?
A
FSH
B
LH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link