Havo 2 H1 Bevolking §1.1 geboorte en sterfte

Demografie (bevolking)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Demografie (bevolking)

Slide 1 - Slide

Demografische transitie
Leerdoelen:
– Je weet hoe natuurlijke bevolkingsgroei tot stand komt.
– Je begrijpt waarom in de tweede en derde fase van het demografische-transitiemodel de natuurlijke bevolkingsgroei hoog is.
– Je begrijpt waarom het geboortecijfer in ontwikkelingslanden hoger is dan in ontwikkelde landen.
– Je begrijpt waarom het sterftecijfer in ontwikkelingslanden hoger is dan in ontwikkelde landen.
– Je kunt het geboorteoverschot of sterfteoverschot berekenen.

Slide 2 - Slide

Geboortecijfer 
Aantal levendgeborenen per jaar per 1000 inwoners.

Aantal geboortes
__________________ x 1.000 = geboortecijfer
totale bevolking

(Sterftecijfer bereken je op exact dezelfde wijze)

Slide 3 - Slide

wat is natuurlijke bevolkingsgroei?
geboortecijfer - sterftecijfer

hoger geboortecijfer dan sterftecijfer = geboorteoverschot (de bevolkingsomvang groeit/ neemt toe)

hoger sterftecijfer dan geboortecijfer = sterfteoverschot (de bevolkingsomvang krimpt/ neemt af)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bevolkingsgroei
Groei: hoger geboortecijfer dan sterftecijfer.

Krimpen: hoger sterftecijfer dan geboortecijfer.

Slide 6 - Slide

Even oefenen
  •  In Nederland werden in 2020 136.000 baby's geboren. Nederland had toen 17.345.000 inwoners. Bereken het geboortecijfer
  • 136.000 : 17.345.000 x 1000 = 7,8 --> geboortecijfer

  • In Nigeria werden in 2020 6.323.825 baby's geboren. Nigeria had toen 200.000.000 inwoners. Bereken het geboortecijfer. 
  • 6.323.825 : 200.000.000 x 1000 = 31,6 --> geboortecijfer

Slide 7 - Slide

Bereken:
  • Geboortecijfer
  • aantal inwoners: 12.540.000
  • aantal geboortes: 23.438
  • 1,9
  • Aantal geboorten 
  • aantal inwoners: 65.300.000
  • geboortecijfer: 5,6 
  • 365.680 
  • geboortecijfer / 1000 X aantal inwoners

Slide 8 - Slide

Bereken:
  • Geboortecijfer
  • aantal inwoners: 6.584.000
  • aantal geboortes: 86.300
  • 13,1
  • Aantal geboorten 
  • aantal inwoners: 4.520.000
  • geboortecijfer: 8,4
  • 37.968 
  • Aantal sterfgevallen
  • aantal inwoners: 12.000.000
  • sterftecijfer: 5,4
  • 64.800

Slide 9 - Slide

BRON 5

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Fase 1
  • Hoog geboortecijfer
  • Hoog sterftecijfer
  = bevolking blijft gelijk

Fase 3
  • Daling geboortecijfer
  • Laag sterftecijfer
  = bevolking groeit

Fase 2
  • Hoog geboortecijfer
  • Daling sterfecijfer
  = bevolking groeit

Fase 4
  • Laag geboortecijfer
  • Laag sterftecijfer
 = bevolking blijft gelijk (of krimpt)

Slide 12 - Slide

Fase 1
Fase 1: 
Hoge geboortecijfers.
Hoge sterftecijfers.
Natuurlijke bevolkingsgroei: stabiel of langzame toename.

Fase 2
Fase 2: 
Hoge geboortecijfers
Snel dalende sterftecijfers.
Natuurlijke bevolkingsgroei: hele snelle ..bevolkingstoename

Fase 3
Fase 3: 
Snel dalende geboortecijfers.
Langzaam dalende sterftecijfers..
Natuurlijke bevolkingsgroei: groei wordt langzaam minder.

Fase 4
Fase 4: 
Lage geboortecijfers.
Lage sterftecijfers.
Natuurlijke bevolkingsgroei: weinig of geen groei.

Fase 5
Fase 5: 
Dalende geboortecijfers.
Stijgende sterftecijfers.
Natuurlijke bevolkingsgroei: langzame ..bevolkingsafname..

Demografisch transitiemodel
Demografische transitie = De overgang van hoge geboortecijfers en hoge sterftecijfers naar lage geboortecijfers en lage sterftecijfers

Slide 13 - Slide

Maken opdrachten 1.3
Huiswerk is opdrachten 1-19 van blz 8 en 9 
Hulp nodig tekstboek 12 en 13 

Slide 14 - Slide