Mens en activiteit hoofdstuk 1

Mens en activiteit
Kennismaken met organisaties.

1 / 25
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Mens en activiteit
Kennismaken met organisaties.

Slide 1 - Slide

Doelen:
De leerling kan online inloggen in de methode.
De leerling weet wat je mee moet nemen naar de les.
De leerling weet wat activiteiten zijn.
De leerling weet welke organisaties activiteiten aanbieden.

Slide 2 - Slide

Online inloggen:

Licentiecode activeren.
www.uitgeversgroep.nl

Slide 3 - Slide

Nodig voor de les:
Lesboek: mens en activiteit.
Pen.
Opgeladen laptop.
Planner

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Welke activiteiten worden er in het filmpje georganiseerd?

Slide 6 - Open question

Uitleg:
Wat is een activiteit?
Elke activiteit heeft een doel.
Sportieve activiteiten - beweging.
Recreatieve activiteiten - ontspanning/vrije tijd.
Sociale activiteiten - mensen hebben contact met elkaar.
Educatieve activiteiten - iets leren.
Thema activiteiten - een onderwerp/voorlichting.

Slide 7 - Slide

Welke antwoord is fout?

Activiteiten zijn belangrijk...
A
omdat je andere mensen ontmoet
B
Er is eten erbij
C
om te ontspannen en om je zorgen te vergeten
D
om regelmaat in je dag te vinden

Slide 8 - Quiz

Uitleg:
Individuele activiteiten/groepsactiviteiten.
Homogene groepen - dezelfde dingen/eigenschappen.
Heterogene groepen - verschillende dingen/eigenschappen.
Verticale groepen - verschillende leeftijden.
Horizontale groepen - dezelfde leeftijden.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Uitleg organisaties:
Kinderopvang: kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, BSO.
Buurthuis of wijkcentrum.
Jongerencentrum.

Slide 11 - Slide

Uitleg organisaties:
(Crisis)opvang.
Vrouwenopvang.
Asielzoekerscentra.
Dak- en thuislozenopvang.
Verpleeg-, verzorgingshuis en (woon) zorgcentrum.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Uitleg organisaties:
Dagbesteding.
Verpleeghuis.
Verzorgingshuis.
Woonzorgcentrum.

Slide 15 - Slide

Is een verzorging en verpleeghuis tijdelijk of permanent
A
Tijdelijk
B
Permanent
C
Beide
D
Geen een

Slide 16 - Quiz

Mevrouw Jansen heeft een nieuwe heup en kan thuis niet revalideren.

A
Verzorgingshuis
B
Verpleeghuis

Slide 17 - Quiz

Meneer Akker heeft een katheter en heeft geen naasten familie meer. Meneer wil niet meer alleen wonen.
A
Verzorgingshuis
B
Verpleeghuis

Slide 18 - Quiz

Welke mensen wonen in een verpleeghuis?
A
Mensen die geopereerd moeten worden
B
Mensen die niet graag alleen wonen
C
Mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen.
D
Mensen met een indicatie voor thuiszorg

Slide 19 - Quiz

Uitleg organisaties:
Gehandicaptenzorg:
Lichamelijke beperking
Geestelijke beperking
Zintuigelijke beperking

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Aan de slag!
- Wat staat er op de planning voor vandaag?
- Neem de opdrachten door.
- Waar heb je vragen over?
- Vergeet niet af te tekenen!

Slide 24 - Slide

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.

Slide 25 - Slide