This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herhaling 7.2
Slide 1 - Slide
Uit welke stoffen is een substantie gemaakt?
A
2x een vloeistof
B
vloeistof en oplosbare vaste stof
C
vloeistof en een niet oplosbare vaste stof
Slide 2 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een substantie?
A
thee
B
slootwater
C
sinaasappelsap
D
ranja
Slide 3 - Quiz
Zet de juiste naam op de plek in het plaatje.
Substantie
Residu
Filtraat
Slide 4 - Drag question
Waarom kan ik filtreren alleen gebruiken bij een substantie?
Slide 5 - Open question
Waarom zinkt ijzer in water? Gebruik de tabel om uit te leggen
Slide 6 - Open question
7.3 leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat indampen is.
- Je kunt uitleggen wat destilleren is.
- Je kunt uitleggen wat adsorberen is.
- Je kunt uitleggen wat extraheren is.
- Je kunt bij alle 4 de scheidingsmethoden een voorbeeld noemen.
Slide 7 - Slide
Indampen en destilleren
Je kookt het oplosmiddel weg. De opgeloste stof blijft over.
Lijkt op indampen maar dan vang je de gekookte stof weer op. Je maakt gebruik van het kookpunt.
Slide 8 - Slide
Adsorberen
Als je water hebt gefiltreerd is het helder. Vaak zitten er nog ongewenste stoffen in die je niet ziet. Deze stoffen kun je verwijderen door te adsorberen.
Slide 9 - Slide
Extraheren
Voorbeeld van extraheren is thee en koffiezetten. Je doet de gemalen koffie in het filter van het koffiezetapparaat. Het hete water druppelt op de koffie en lost de kleur-, geur- en smaakstoffen op. Het water met deze kleur-, geur- en smaakstoffen gaan door het filter en de koffie blijft achter.
Slide 10 - Slide
Sleep het juiste voorbeeld naar de scheidingsmethode.
Bezinken en afschenken
Filtreren
Extraheren
Destilleren
Adsorberen
Afgieten van gekookte aardappelen
Zand uit een suspensie halen
Theezetten
Het maken van sterke drank
Een stof ontkleuren d.m.v. actieve kool.
Slide 11 - Drag question
Aan de slag:
- Ga nu aan de slag met de opgaven van paragraaf 7.3.
Voor volgende week heb je opgaven 2 t/m 11 gemaakt.