Herhaling H4

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Waaruit bestaat een gesloten stroomkring?

1. spanningsbron-stroomdraden-lamp-
2. spanningsbron-lamp
3. spanningsbron-stroomdraden
4. spanningsbron

Bij welk van de 3 nummers zie je een geleider?

1. 1
2. 2
3. 3
4. Geen van de drie

Reken om:
0,15 A =

1. 0,015 mA
2. 150 mA

Stroomsterkte is een grootheid.
Wat is de eenheid van stroomsterkte?

1. watt (W)
2. volt (V)
3. power (p)
4. ampère (A)

Je hebt een lampje van 12 V. Je sluit het aan op een spanning van 3 V.
Wat zal er gebeuren?

1. het lampje zal niet branden
2. het lampje zal zwak branden
3. het lampje zal fel branden
4. het lampje gaat stuk

Vier batterijen van 6 V worden in serie geschakeld. Deze combinatie levert een spanning van:

1. 1,5 V
2. 6 V
3. 12 V
4. 24 V

Is dit een spanningsmeter
of stroomsterktemeter?

1. spanningsmeter
2. stroomsterktemeter
3. geen van beide
4. kan allebei

Wat is de functie van een accu?
Een accu...

1. levert de elektrische energie
2. meet de elek. energie in de stroomkring
3. vervoert de elektrische energie
4. zet de elektrische energie om in warmte

Sleep de woorden naar de juiste symbolen

Symbool

Woord

Symbool

Woord

Batterij

Schakelaar

Stopcontact

Stroommeter

Snoer

Lampje

Wat voor schakeling is dit?

1. serieschakeling
2. parallelschakeling

Je draait de middelste
lamp los.
De andere twee lampen...

1. blijven branden
2. gaan uit

Bekijk de stroomkring hiernaast.
De batterij geeft een spanning van 1,5 V

Op welke plaats kan ik de totale stroomsterkte meten?

1. Blauw vierkant
2. Rode driehoek
3. Gele pijl
4. Groene ruit

Je draait één lamp los.
De andere lampen gaan dan ook uit.
Welke lamp heb je losgedraaid?

1. Lamp A
2. Lamp C
3. Lamp B

Alle drie lampen in deze schakeling branden.
Wat gebeurt er als je lamp B losdraait?

1. Alleen lamp A blijft branden
2. Alleen lamp C blijft branden
3. Lamp A en lamp C blijven branden
4. Lamp A en lamp C gaan uit

Sleep het begrip naar de juiste afbeelding

Serieschakeling

Parallelschakeling

Wat is de eenheid
van vermogen?

1. Watt
2. Volt
3. Ampère
4. Joule

Vermogen =

  X

Sleep de juiste grootheid in de formule:

......................

........................

Tijd

energie

Stroomsterkte

Spanning

Wat is het vermogen?

1. 230 Volt
2. 0,3 Ampère
3. 9 Volt
4. 6 Watt