Plaats van adverbs of frequency


Adverbs of Frequency
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Adverbs of Frequency

Slide 1 - Slide

Remember?
Wie (hoe vaak) doet wat  waar wanneer.

Onderwerp werkwoorden lijdend voorwerp  plaats en tijd

Slide 2 - Slide

Plaats bijwoorden
Bijwoorden van regelmaat geven aan hoe vaak je iets doet:

always = altijd
usually = meestal
often = vaak
sometimes = soms
never = nooit

Slide 3 - Slide

Bijwoorden van regelmaat komen VOOR een werkwoord:

Ronaldo always eats  6 times a day.
He never has a Coca cola.
He sometimes goes to St Tropez with his family.
Ronaldo often eats fish.

Slide 4 - Slide

my
does
homework
usually
Ronaldo

Slide 5 - Drag question

Maar.. ze komen NA een vorm van het werkwoord BE!

Mick is often at the school's cafeteria.
You are usually on time.
I am sometimes at the library.

Slide 6 - Slide

Welke zin is juist?
A
My dad is always at the office.
B
My dad always is at the office.

Slide 7 - Quiz

Welke zin is juist?
A
The kids usually swim in summer.
B
The kids swim usually in summer.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

That's all, folks!

Slide 11 - Slide