Plaats van adverbs of frequency

Word order: plaats van bijwoorden
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Word order: plaats van bijwoorden

Slide 1 - Slide

Remember?
Wie (hoe vaak) doet wat (hoe vaak) waar wanneer.

Onderwerp werkwoorden lijdend voorwerp bijwoorden van plaats en tijd

Slide 2 - Slide

Plaats bijwoorden
Bijwoorden van regelmaat geven aan hoe vaak je iets doet:

always = altijd
usually = meestal
often = vaak
sometimes = soms
never = nooit

Slide 3 - Slide

Bijwoorden van regelmaat komen VOOR een werkwoord:

Ronaldo always eats  6 times a day.
He never has a Coca cola.
He sometimes goes to St Tropez with his family.
Ronaldo often eats fish.

Slide 4 - Slide

my
does
homework
usually
Ronaldo

Slide 5 - Drag question

Maar.. ze komen NA een vorm van het werkwoord BE!

Mick is often at the school's cafeteria.
You are usually on time.
I am sometimes at the library.

Slide 6 - Slide

Welke zin is juist?
A
My dad is always at the office.
B
My dad always is at the office.

Slide 7 - Quiz

Welke zin is juist?
A
The kids usually swim in summer.
B
The kids swim usually in summer.

Slide 8 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Hannah goes never anywhere without her cat.
B
Hannah never goes anywhere without her cat.

Slide 9 - Quiz

Tot slot: Nu jij.. Vertel hoe vaak je pizza eet ( gebruik sometimes/always/enz)

Slide 10 - Open question