Werkwoorden

Nederlands .. februari 2021
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands .. februari 2021

Slide 1 - Slide

werkwoordspelling
de 'doe-woorden'


- opfrissen 
- altijd bijhouden
- je visitekaartje in verslagen

Slide 2 - Slide

Doelen vandaag
  • Je oefent met tegenwoordige tijd (TT): schrijf ik een d, t of dt?
  • Je oefent met verleden tijd (VT): schrijf ik een d of een t?
  • Je oefent met het voltooid deelwoord (VD): hoe gebruik ik het VD in een zin?

Slide 3 - Slide

werkwoordspelling
de 'doe-woorden'


- opfrissen 
- altijd bijhouden
- je visitekaartje in verslagen

Slide 4 - Slide

Zal het druk worden denk je?

Slide 5 - Slide

In de
  • De foto in de vorige dia laat zien wat er kan gebeuren als een woord verkeerd wordt gespeld, er ontstaat verwarring.

  • Taal is niet door mensen bedacht. Je zou kunnen zeggen dat taal is ontstaan, en dat het, net als de mens, is geëvolueerd. 

  • De basis van iedere taal is de gesproken taal. Pas toen mensen begonnen te schrijven ontstonden de eerste regels. Om verwarring te voorkomen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Ik praatte met het kind 
Tegenwoordige tijd

Slide 9 - Drag question

Ik praatte met het kind 
Tegenwoordige tijd

Slide 10 - Drag question

Tekst
Tekst
TekstIk praat tegen jou
Tekst
Tekst

Slide 11 - Drag question

Hoe zat het ook alweer?

Bekijk het onderstaande filmpje...


Slide 12 - Slide

wat moet je weten voor de tegenwoordige tijd

Slide 13 - Slide

de stam of ik-vorm
ik verzorg
ik fiets
ik begeleid


Slide 14 - Slide

wanneer een -t achter de in-vorm?

jij /je/u              jij verzorgt            je drinkt                 u wordt 

hij/zij/het                hij fietst              zij schiet             het wordt 

Slide 15 - Slide

Typ de ik-vorm van

snacken, beleven en verhuizen

Slide 16 - Open question

Vaak staan er meer werkwoorden in een zin

Ik zie dat Marie 

Slide 17 - Slide