Word Order

Welcome to today's lesson!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome to today's lesson!

Slide 1 - Slide

last night 
in the garage 
the car
fixed
Ellie

Slide 2 - Drag question

on the porch
The man
smokes
a cigar
every night

Slide 3 - Drag question

Woordvolgorde
S.V.O.P.T.
S.
V.
O.
P.
T. 

Suzan Visited the Opera in Paris Today.

Slide 4 - Slide

Woordvolgorde
S.V.O.P.T.
S.
V.
O.
P.
T. 

Subject
Verb 
Object
Place
Time
Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer?
Suzan Visited the Opera in Paris Today.

Slide 5 - Slide

Woordvolgorde
S.V.O.P.T.
S.
V.
O.
P.
T. 

Subject
Verb 
Object
Place
Time
Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer
Suzan Visited the Opera in Paris Today.
LET OP!
De tijd kan ook vooraan de zin komen staan!

Slide 6 - Slide

'Tijd'-woorden
Usually, sometimes, never, always, often.
Deze 'tijd'-woorden staan tussen het onderwerp (Subject/wie) en het werkwoord (Verb, doen)
  •  That footbalteam always wins.
  •  My grandmother usually bakes cookies when I visit.




Slide 7 - Slide

'Tijd'-woorden uitzonderingen
Usually, sometimes, never, always, often.
Als er een vorm van to be in de zin staat, komt het 'tijd'-woord achter deze vorm. 
  •  Clair is never home on Wednesdays. 

Als de zin in de present perfect start, komt het 'tijd'-woord achter have/has.
  •  He has always been her best friend. 

Slide 8 - Slide

Subject
Verb
Object 
Place
Time
He 
often
plays
basketbal
The firefighter
is
never 
at home

Slide 9 - Slide

Questions
Bij vragen komt vóór het onderwerp (S/wie)...
... een vragend voornaamwoordhulpwerkwoord  
... alleen een hulpwerkwoord

  • Who did you see at the mall last week?
  • Am I going to Mars in a few years?


(vragend vnw) - hww - Subject - Verb - Object - Place - Time

Slide 10 - Slide

Denying Sentences + 
Denying Sentence
Bij vragen komt een hulpwerkwoord + not vóór het hoofdwerkwoord.

  • She didn't drink tea at home today. 
  • I don't write a poem everyday.
Subject - hww + not - Verb - Object - Place - Time

Slide 11 - Slide

I go on a run 
....
...
in the park
every day

Slide 12 - Drag question

Mike
his bike to school on Mondays
....
....
always
rides

Slide 13 - Drag question


We 

at home on Saturdays
...
...

always

are

Slide 14 - Drag question

He
spoken to me.
...
...
never
has

Slide 15 - Drag question

Een vraagzin begint altijd met een hulpwerkwoord.
A
true
B
false

Slide 16 - Quiz

Ze de woordsoorten in de goede volgorde
Subject
Verb
Object
Place
Time

Slide 17 - Drag question

How do you feel about word order?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll