Les voor de toets!

Welcome to today's lesson!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome to today's lesson!

Slide 1 - Slide

last night 
in the garage 
the car
fixed
Ellie

Slide 2 - Drag question

on the porch
The man
smokes
a cigar
every night

Slide 3 - Drag question

Woordvolgorde
S.V.O.P.T.
S.
V.
O.
P.
T. 

Suzan Visited the Opera in Paris Today.

Slide 4 - Slide

Woordvolgorde
S.V.O.P.T.
S.
V.
O.
P.
T. 

Subject
Verb 
Object
Place
Time
Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer?
Suzan Visited the Opera in Paris Today.

Slide 5 - Slide

Woordvolgorde
S.V.O.P.T.
S.
V.
O.
P.
T. 

Subject
Verb 
Object
Place
Time
Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer
Suzan Visited the Opera in Paris Today.
LET OP!
De tijd kan ook vooraan de zin komen staan!

Slide 6 - Slide

'Tijd'-woorden
Usually, sometimes, never, always, often.
Deze 'tijd'-woorden staan tussen het onderwerp (Subject/wie) en het werkwoord (Verb, doen)
  •  That footbalteam always wins.
  •  My grandmother usually bakes cookies when I visit.




Slide 7 - Slide

'Tijd'-woorden uitzonderingen
Usually, sometimes, never, always, often.

Als er een vorm van to be in de zin staat, komt het 'tijd'-woord achter deze vorm. 
  •  Clair is never home on Wednesdays. 


    Slide 8 - Slide

    Subject
    Verb
    Object 
    Place
    Time
    He 
    often
    plays
    basketbal
    The firefighter
    is
    never 
    at home

    Slide 9 - Slide

    Questions
    Bij vragen komt vóór het onderwerp (S/wie)...
    ... een vragend voornaamwoordhulpwerkwoord  
    ... alleen een hulpwerkwoord

    • Who did you see at the mall last week?
    • Am I going to Mars in a few years?


    (vragend vnw) - hww - Subject - Verb - Object - Place - Time

    Slide 10 - Slide

    Denying Sentences + 
    Denying Sentence
    Bij vragen komt een hulpwerkwoord + not vóór het hoofdwerkwoord.

    • She didn't drink tea at home today. 
    • I don't write a poem everyday.
    Subject - hww + not - Verb - Object - Place - Time

    Slide 11 - Slide

    I go on a run 
    ....
    ...
    in the park
    every day

    Slide 12 - Drag question

    Mike
    his bike to school on Mondays
    ....
    ....
    always
    rides

    Slide 13 - Drag question


    We 

    at home on Saturdays
    ...
    ...

    always

    are

    Slide 14 - Drag question

    Slide 15 - Slide