Je kunt de aerobe dissimilatie van glucose beschrijven
Je kunt de anaerobe dissimilatie van glucose beschrijven
Je kunt de dissimilatie van eiwitten en vetten beschrijven
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Dissimilatie 16.3 Lesdoelen
Je kunt de aerobe dissimilatie van glucose beschrijven
Je kunt de anaerobe dissimilatie van glucose beschrijven
Je kunt de dissimilatie van eiwitten en vetten beschrijven
Slide 1 - Slide
Leg uit wat dissimilatie is.
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Dissimilatie
= het omzetten van grote organische moleculen in kleinere moleculen. Bij deze reactie komt energie (ATP) vrij.
- Altijd in alle organismen!
aerobe dissimilatie
= verbranding
anaerobe dissimilatie
= gisting
Slide 4 - Slide
Aerobe Dissimilatie
glucose wordt verbrand mbv zuurstof
hierbij ontstaan de anorganische moleculen CO2 en H2O
Verbranding in lichaamscellen vindt plaats in mitochondriën. Mitochondriën zijn celorganellen. In mithochondriën wordt tijdens verbrandingsprocessen ADP + P omgezet in ATP.
Slide 5 - Slide
Aerobe dissimilatie glucose in de mens
C6H12O6+6O2→6CO2+6H2O+38ATP
glucose+zuurstof→koolstofdioxide+water+38ATP
Slide 6 - Slide
Wat valt jullie op aan de reactievergelijking van glucose?
Slide 7 - Open question
Aerobe dissimilatie van glucose bestaat uit 4 processen:
Glycolyse: glucose wordt 2 pyrodruivenzuur, kost 2 ATP
vorming acetyl-coA + citroenzuur + NADH uit pyrodruivenzuur + coA + NAD+
citroenzuurcyclus: citroenzuur + 6NAD+ + FAD A + ADP wordt afgebroken tot CO2 + 6NADH+ FADH2 + ATP gebeurt 2 keer per glucosemolecuul
oxidatieve fosforylering: per NADH 3 ATP gevormd, per FADH2 2 ATP gevormd
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
welke organismen doen aan dissimilatie?
A
dieren, de meeste bacteriën, schimmels
B
planten en dieren en schimmels
C
dieren en schimmels
D
planten, dieren, bacteriën en schimmels
Slide 10 - Quiz
In welke van de twee cilinders blijft de kaars het langst branden?
A
cilinder met droge erwten
B
cilinder met geweekte erwten
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
Mitochondrium
Matrix is de vloeistof binnen het
binnenmembraan.
Binnenmembraan bevat eiwitten
die een rol spelen bij het vast- leggen van vrijgekomen energie op ATP.
Slide 13 - Slide
Aerobe afbraak van glucose
In het cytoplasma en het mitochondrium
1. Glycolyse
2. Decarboxylering (vorming acetyl-coA)
3. citroenzuurcyclus
4. oxidatieve fosforylering
Slide 14 - Slide
Glycolyse.
Paars = kost ATP
Rood = levert ATP op
Blauw = begin- en eindproduct.
Plaats: in cytoplasma
Grijs komt later.
Slide 15 - Slide
Stap 1: glycolyse (BiNaS 68B)
Glucose(C6) wordt gesplitst in 2 moleculen pyrodruivenzuur(C3)
In het cytoplasma, net buiten de mitochondriën.
Levert netto 2 ATP (het kost 2 ATP en levert 4 ATP op)
Levert 2 NADH,H+ moleculen
Bron 15 boek
Slide 16 - Slide
Schrijf nu in je schrift.....
......de netto reactievergelijking van de glycolyse
Dus links van de pijl de 'grondstoffen', rechts de 'producten'
Gebruik gerust je 'boek'
Waarom gebruik ik het woordje 'netto'?
Slide 17 - Slide
Stap 2: decarboxylering (BiNaS 68C)
Pyrodruivenzuur (C3) moleculen afgebroken tot
Acetyl-CoA (C2) en een koolstofdioxide molecuul (C1)
Vindt plaats in de matrix van mitochondriën
Geen zuurstof nodig
Levert 0 ATP moleculen
Levert 2 NADH,H+ moleculen
Let op: 1 glucose levert 2 pyrodruivenzuur, dus alles x2
Boek bron 16
Slide 18 - Slide
Glycolyse Welke uitspraak over de glycolyse is niet juist?
A
Bij de glycolyse is netto ATP nodig.
B
Bij de glycolyse wordt een C6-suiker gesplitst in twee C3-suikers.
C
Bij de glycolyse wordt glucose afgebroken.
D
De glycolyse vindt in alle cellen plaats.
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Stap 3: citroenzuurcyclus (BiNaS 68C)
Acetyl-CoA vormt samen met oxaalazijnzuur(C4) --> citroenzuur (C6)
Citroenzuur wordt afgebroken tot CO2 moleculen.
Vindt plaats binnenmembraan van mitochondriën
Geen zuurstof nodig
Levert per 2 acetyl-CoA 2 ATP op
Levert 6 NADH,H+ en 2 FADH2 (uit NAD+ en FAD die energierijke elektronen hebben opgenomen)
Slide 21 - Slide
Aan de slag! Neem over en vul in..
NADH,H+
FADH2
ATP
glycolyse
decarboxylering
citroenzuurcyclus
x3 ATP
x2 ATP
totaal
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Hoe vaak wordt de citroenzuurcyclus gebruikt voor de afbraak van 1 molecuul glucose?
A
1/2 x
B
1x
C
2x
D
4x
Slide 24 - Quiz
Bij oxidatieve fosforylatie worden de energierijke moleculen NADH en FADH2 omgezet. Bij welke processen zijn deze ontstaan?