LDT 12, exo 1, 3, 4, 5, 6
1a Schrijf de 6 vervoersmiddelen in het Frans op (gebruik LDT 115)
b Schrijf de voordelen per vervoersmiddel erachter
3 Waar word je voor gewaarschuwd? Omcirkel het juiste antwoord
4 Combineer de letters met de cijfers
5 Kijk naar plaatje 3, wat is dat?
6 Welke tramlijn (A,B,C) komt langs de genoemde gebouwen/plekken?
Vertaal de woordjes in het oranje vlak LDT 13